ECLI:NL:RBZWB:2023:1681
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft eiseres bezwaar gemaakt tegen de beslissing op bezwaar van de Belastingdienst/Toeslagen, die op 3 oktober 2022 is genomen. Dit bezwaar betreft de afwijzing van een verzoek om schadevergoeding. De Belastingdienst heeft het bezwaarschrift van eiseres aangemerkt als een beroepschrift en dit doorgezonden naar de rechtbank. De rechtbank heeft op 13 maart 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft overwogen dat eiseres het griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald. De griffier heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, zowel per gewone als per aangetekende brief, maar eiseres heeft dit verzuimd. Er is geen verontschuldiging voor het niet tijdig betalen van het griffierecht gegeven, waardoor de rechtbank geen andere keuze had dan het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.
De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, en is geanonimiseerd gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.