Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
geboren op [geboortedag] 1956 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
woonplaats kiezende ten kantore van mr. mr. F. Bajrami te (4813 DA) Breda, Princenhagelaan 1-b3.
1.De procedure
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 6.838,82, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- € 1.667,17, voor vergoeding van vermogensschade (inkomstenderving) inclusief misgelopen vergoeding van reiskosten;
- € 6,44, voor vergoeding van reiskosten ten behoeve van verhoor op het politiebureau en het bijwonen van de zitting;
- te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- het vonnis van de politierechter van deze rechtbank van 23 maart 2022 waarbij verzoeker is vrijgesproken;
- de herziene schriftelijke reactie van het Openbaar Ministerie van 19 mei 2022.
- de aanvulling op het verzoekschrift van 23 juni 2022;
- de aanvulling op het verzoekschrift van 18 januari 2023;
2.De beoordeling
€ 6.838,82is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
€ 4,48toe.
€ 1.667,17verzocht voor inkomstenderving. Daartoe zijn diverse producties ter onderbouwing overlegd en in raadkamer heeft mr. Bajrami nog een nadere toelichting gegeven. Gelet op de inhoud van verzoek, de aanvullende stukken en de toelichting op het verzoek in raadkamer is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van aantoonbare geconcretiseerde inkomstenderving vanwege het bijwonen van de behandeling van de zaak door de rechtbank en het bijwonen van de OM-hoorzitting en zal het verzochte bedrag dan ook toewijzen.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 9.190,47zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Hörchner Advocaten, onder vermelding van “ [betaalkenmerk] vergoeding”.