In deze strafzaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 maart 2023 uitspraak gedaan tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk vervoeren en afleveren van ongeveer 64 liter amfetamineolie. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 28 februari 2023, waarbij de officier van justitie, mr. M.P. de Graaf, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte werd beschuldigd van het bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van amfetamineolie, wat een overtreding van de Opiumwet inhoudt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 9 december 2022 met een auto naar een parkeerterrein in Tilburg is gereden, waar hij samen met een medeverdachte betrokken was bij het vervoeren van jerrycans met amfetamineolie. De politie trof de jerrycans aan in de auto van de verdachte, en er werd later een drugslaboratorium aangetroffen in het appartement van de medeverdachte. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij het afleveren en vervoeren van de amfetamineolie, ondanks de ontkenning van de verdachte.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 418 dagen, waarvan 360 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn van berechting. De beslissing omvatte ook de verbeurdverklaring van een in beslag genomen auto en de teruggave van medicijnen aan de verdachte.