ECLI:NL:RBZWB:2023:1474
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Intrekking van wapenverlof op basis van de Wet wapens en munitie
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 maart 2023, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G.J.P.M. Mooren, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de korpschef van Politie, dat op 28 december 2022 is genomen, tot intrekking van zijn wapenverlof op grond van de Wet wapens en munitie (Wwm). Verzoeker stelt dat hij een spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening, omdat hij gedurende de administratief beroepsprocedure geen gebruik kan maken van zijn wapens. De korpschef, vertegenwoordigd door W. Andelbeek, heeft gereageerd met een verweerschrift en de voorzieningenrechter heeft het verzoek op 2 maart 2023 behandeld.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van een spoedeisend belang. Tijdens de zitting is toegelicht dat verzoeker zijn wapens maximaal vijf jaar in bewaring kan geven, met de mogelijkheid tot verlenging. Ook is er geen zwaarwegend financieel belang aangetoond, aangezien verzoeker een bewaarloon van € 2,27 per maand verschuldigd is. Gezien het ontbreken van spoedeisend belang, wijst de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening af. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, conform de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet wapens en munitie.