ECLI:NL:RBZWB:2023:1459
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep inzake het verkrijgen van uitsluitsel en inzicht over verwerkte persoonsgegevens door de minister van Defensie
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 3 maart 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de minister van Defensie van 11 november 2021 beoordeeld. Eiser had verzocht om uitsluitsel en inzicht in de verwerkte persoonsgegevens die door het Land Information Manoevere Centre (LIMC) zijn verwerkt. De rechtbank heeft het beroep op 27 januari 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als een vertegenwoordiger van de minister aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de minister het verzoek van eiser terecht heeft behandeld op basis van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), ondanks dat eiser zijn verzoek als een WOB-verzoek had ingediend. De minister had in zijn besluit van 4 juni 2021 aangegeven dat er geen persoonsgegevens van eiser waren aangetroffen in de rapportages van het LIMC. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de commissie advisering bezwaarschriften Defensie adviseerde om het bezwaar ongegrond te verklaren.
De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn persoonsgegevens wel in de bestanden van het LIMC zijn opgenomen. De rechtbank stelt vast dat de minister zorgvuldig heeft gezocht naar de gevraagde gegevens en dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat het verzoek onjuist is behandeld. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat zijn persoonsgegevens in de rapportages zijn opgenomen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen griffierecht terugkrijgt en ook geen proceskostenvergoeding ontvangt.