In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV, waarin haar werd geweigerd om per 18 maart 2017 een WIA-uitkering te verstrekken. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 10 januari 2023 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. P.F.M. Gulickx, heeft eerder een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend, maar deze werd afgewezen op basis van de beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst en een deskundige benoemd om de medische situatie van eiseres te beoordelen. De deskundige concludeerde dat de verzekeringsartsen van het UWV de lichamelijke beperkingen van eiseres op 18 maart 2017 hebben onderschat. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestreden besluit een juiste medische grondslag ontbeert en heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard. Het UWV moet binnen 12 weken na de uitspraak een nieuw besluit nemen op het bezwaar van eiseres, met inachtneming van de bevindingen van de deskundige. Tevens is het UWV veroordeeld tot betaling van het griffierecht en de proceskosten aan eiseres.