In deze strafzaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 maart 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1997 en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Torentijd te Middelburg. De verdachte werd beschuldigd van medeplegen van de verlengde uitvoer van verschillende soorten harddrugs, waaronder heroïne, cocaïne en MDMA, op 18 september 2022 te Breda. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte als bijrijder in een auto zat waarin een aanzienlijke hoeveelheid harddrugs was aangetroffen. De drugs waren zichtbaar in een tas achter de bestuurdersstoel, wat de verdachte wetenschap van de aanwezigheid ervan impliceert. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en de medeverdachte de intentie hadden om de drugs naar Frankrijk te vervoeren, wat de verlengde uitvoer in de zin van de Opiumwet bevestigt. De rechtbank achtte de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig, gezien zijn omstandigheden en de context van de aanhouding. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, rekening houdend met zijn rol als bijrijder en zijn persoonlijke omstandigheden. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een hogere straf had geëist, afgewezen en de straf verlaagd, maar benadrukte de ernst van het feit en de schadelijke gevolgen van de drugshandel.