ECLI:NL:RBZWB:2023:1312

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 februari 2023
Publicatiedatum
28 februari 2023
Zaaknummer
10327751_E28022023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M. Eijssen-Vruwink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot plaatsing van rookmelders in huurwoning en toegang verlenen door huurder

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woonstichting Land van Altena en een huurder. De eiseres, Woonstichting Land van Altena, vorderde een voorlopige voorziening om de huurder te verplichten medewerking te verlenen aan de plaatsing van rookmelders in de door hem gehuurde woning. De huurder had tot op dat moment geen toegang verleend voor de plaatsing van de rookmelders, ondanks herhaalde verzoeken van de verhuurder. De rechtbank overwoog dat de plaatsing van rookmelders een dringende werkzaamheid is in de zin van artikel 7:220 lid 1 BW, en dat de huurder verplicht is de verhuurder in de gelegenheid te stellen deze werkzaamheden uit te voeren. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van de verhuurder een spoedeisend karakter had en dat het zeer waarschijnlijk was dat een gelijkluidende vordering in een bodemprocedure zou worden toegewezen. De huurder werd veroordeeld om binnen 48 uur na betekening van het vonnis de medewerking te verlenen aan de plaatsing van de rookmelders en om de woning tijdelijk te verlaten indien hij hier niet vrijwillig aan voldeed. Daarnaast werd de huurder veroordeeld in de proceskosten, die op € 785,30 werden begroot, inclusief de kosten voor de gemachtigde van de eiseres. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaaknummer: 10327751 VV EXPL 23-9
vonnis in kort geding d.d. 28 februari 2023
inzake
Woonstichting Land van Altena,
gevestigd en kantoorhoudend te Nieuwendijk,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.M.A. Vermin, advocaat te Soest,
tegen
[gedaagde], volgens het BRP genaamd [naam] , geboren [geboortedag] 1980,
wonende te [woonadres] ,
gedaagde partij,
verschenen in persoon.

1.Het verloop van het geding

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
de dagvaarding van 13 februari 2023 met 6 producties;
de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 21 februari 2023.

2.Het geschil

2.1
Eiseres vordert bij wege van voorlopige voorziening, bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gedaagde te veroordelen om medewerking te verlenen aan de plaatsing van rookmelders in de door gedaagde van eiseres gehuurde woning. Voor het geval gedaagde daar niet vrijwillig aan voldoet, vordert eiseres om gedaagde te veroordelen om het gehuurde tijdelijk, voor de duur van de plaatsing van de rookmelders, te verlaten en ter beschikking van eiseres te stellen, welk verlaten zo nodig door de deurwaarder bewerkstelligd kan worden overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 jo. 556 lid 1 jo. 557 Rv.
2.2
Gedaagde heeft bij de mondelinge behandeling verweer gevoerd.

3.De beoordeling

3.1
Vaststaat dat gedaagde sinds 20 december 2007 van eiseres huurt de woning aan de [woonadres] (hierna: het gehuurde).
3.2
Eiseres stelt ter onderbouwing van haar vordering – samengevat – het volgende.
Eiseres is als eigenaar en verhuurder met ingang van 1 juli 2022 op grond van artikel 6.21 lid 6 van het Bouwbesluit 2012 verplicht om op iedere verdieping van haar woningen, waaronder ook de door gedaagde gehuurde woning, een rookmelder te plaatsen.
Ondanks herhaalde verzoeken en sommatie heeft gedaagde eiseres nog niet in de gelegenheid gesteld om rookmelders te plaatsen. De plaatsing van rookmelders is een dringende werkzaamheid in de zin van artikel 7:220 lid 1 BW. De huurder moet de verhuurder op grond van dit artikel de gelegenheid geven voor het uitvoeren van dringende werkzaamheden. Eiseres heeft bij uitvoering van die werkzaamheden een spoedeisend belang, omdat het niet voldoen aan voormelde wettelijke verplichting door eiseres kan leiden tot publiekrechtelijke en privaatrechtelijke sancties voor eiseres. Het plaatsen van rookmelders is bovendien van belang voor de veiligheid van gedaagde en omwonenden.
3.3
Gedaagde heeft bij de mondelinge behandeling verklaard dat hij de brieven die hij van eiseres heeft ontvangen niet heeft begrepen, omdat hij de Nederlandse taal niet goed beheerst. Hij is vanwege zijn werk vaak niet thuis.
De kantonrechter overweegt als volgt.
3.4
De vordering heeft een spoedeisend karakter, zodat eiseres ontvankelijk is in haar vordering.
3.5
De kantonrechter stelt voorop dat de vordering in kort geding alleen kan worden toegewezen als in hoge mate waarschijnlijk is dat een gelijkluidende vordering in een bodemprocedure zou worden toegewezen.
3.6
Als door eiseres gesteld en door gedaagde niet weersproken staat vast dat eiseres als eigenaar en verhuurder wettelijk verplicht is ervoor te zorgen dat het gehuurde is voorzien van rookmelders, dat gedaagde verplicht is eiseres in de gelegenheid te stellen in het gehuurde rookmelders te plaatsen en dat hij dat tot op heden, ondanks herhaalde verzoeken van eiseres, nog niet heeft gedaan.
3.7
De kantonrechter is van oordeel dat in hoge mate waarschijnlijk is dat een vordering om gedaagde te veroordelen mee te werken aan de uitvoering van de genoemde werkzaamheden in een bodemprocedure zal worden toegewezen. Daarvan uitgaande en gegeven het spoedeisend belang van eiseres, zal de kantonrechter de vordering zoals vermeld in de dagvaarding onder I toewijzen. Daarbij zal de kantonrechter bepalen dat gedaagde die medewerking moet verlenen vanaf 48 uur na betekening van dit vonnis en dat datum en tijdstip waarop de werkzaamheden zullen worden uitgevoerd minimaal 48 uur tevoren schriftelijk aan hem moeten worden meegedeeld.
3.8
De kantonrechter zal ook de vordering onder II in de dagvaarding toewijzen, in zoverre dat gedaagde veroordeeld wordt om zelf de woning te verlaten, evenals eventuele andere personen die daar van zijn kant aanwezig zijn. Het is naar het oordeel van de kantonrechter niet nodig dat hij de woning verlaat “
met al het zijne”, (dat wil zeggen met medeneming van al zijn spullen), zoals is gevorderd. Spullen hoeven slechts te worden verwijderd voor zover dat noodzakelijk is voor de toegang tot de plaatsen waar de werkzaamheden moeten worden verricht.
3.9
De kantonrechter ziet aanleiding gedaagde te veroordelen in de kosten van de procedure, nu gedaagde, door niet te reageren op de brieven die hij van eiseres heeft ontvangen, eiseres genoodzaakt heeft tot het voeren van deze procedure. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat het feit dat gedaagde de Nederlandse taal niet beheerst geen reden is om niet te reageren. Gedaagde had hulp kunnen zoeken om zich te laten uitleggen wat in de brieven stond, zoals hij ook met de dagvaarding heeft gedaan.
3.1
Gedaagde zal dus worden veroordeeld in de proceskosten.
De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 128,30
- griffierecht € 128,00
- salaris gemachtigde
€ 529,00
Totaal € 785,30
3.11
De gevorderde nakosten zullen voorwaardelijk worden toegewezen, voor zover nakosten gemaakt zullen worden en gedaagde niet vrijwillig binnen veertien dagen na aanschrijving van eiseres aan de veroordeling in het vonnis heeft voldaan. De nakosten zullen worden begroot conform landelijk beleid op een half salarispunt (met een maximum van € 132,00), zijnde een bedrag van € 132,00. Dit bedrag wordt vermeerderd met de betekeningkosten van het vonnis indien het vonnis na de hiervoor genoemde termijn is betekend.

4.De beslissing in kort geding

De kantonrechter:
4.1
veroordeelt gedaagde om vanaf 48 uur na betekening van dit vonnis de plaatsing van rookmelders in het gehuurde, staande en gelegen aan de [woonadres] , te gedogen en daaraan alle noodzakelijke medewerking te verlenen, waaronder de door eiseres met de uitvoering van de werkzaamheden belaste pers(o)n(en) toe te laten voor de uitvoering van de werkzaamheden en onbelemmerde toegang te verschaffen tot de plaatsen waar de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, met dien verstande dat de datum en het tijdstip waarop de werkzaamheden zullen worden uitgevoerd minimaal 48 uur van tevoren schriftelijk aan gedaagde moeten worden meegedeeld;
4.2
veroordeelt gedaagde om, wanneer hij niet vrijwillig aan de in 4.1 vermelde veroordeling voldoet, het gehuurde aan de [woonadres] , tijdelijk, voor de duur van de plaatsing van de rookmelders, te verlaten met alle personen die daar van zijn kant aanwezig zijn en met zijn spullen voor zover dat noodzakelijk is voor de bereikbaarheid van de plaatsen waar de werkzaamheden moeten worden verricht, en ter beschikking van eiseres te stellen, welk verlaten zo nodig door de deurwaarder bewerkstelligd kan worden overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 jo. 556 lid 1 jo. 557 Rv;
4.4
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 785,30, daarin begrepen een bedrag van € 529,00 als salaris voor de gemachtigde van eiseres;
4.5
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen de nakosten, welke voorwaardelijk worden begroot op € 132,00 voor het geval dat gedaagde gedurende veertien dagen na aanschrijving door eisers niet heeft voldaan aan de bij dit vonnis uitgesproken veroordeling, te vermeerderen met de betekeningkosten van het vonnis indien het vonnis na die termijn is betekend;
4.6
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.7
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Eijssen-Vruwink, en in het openbaar uitgesproken op
28 februari 2023.