In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woonstichting Land van Altena en een huurder. De eiseres, Woonstichting Land van Altena, vorderde dat de gedaagde huurder medewerking verleent aan het bepalen van het energielabel van de door hem gehuurde woning. De huurder had eerder gemaakte afspraken om de opname voor het energielabel uit te voeren afgezegd vanwege ziekte, maar had inmiddels een nieuwe afspraak gemaakt voor 2 maart 2023. De eiseres stelde dat het vaststellen van een energielabel een dringende werkzaamheid is in de zin van artikel 7:220 lid 1 BW, en dat de huurder verplicht is om toegang te verlenen voor deze werkzaamheden. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van de eiseres een spoedeisend karakter heeft en dat er een gerechtvaardigd belang is bij een vonnis om de gedaagde te dwingen medewerking te verlenen. De kantonrechter heeft de vordering van de eiseres toegewezen en bepaald dat de gedaagde de opname van het energielabel moet gedogen en medewerking moet verlenen aan de uitvoering van de werkzaamheden. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten.