Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
wonende te [woonadres] ,
verschenen in persoon.
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil
3.De beoordeling
met al het hare”, (dat wil zeggen met medeneming van al haar spullen), zoals is gevorderd. Spullen hoeven slechts te worden verwijderd voor zover dat noodzakelijk is voor de toegang tot de plaatsen waar de werkzaamheden moeten worden verricht.
Bewoner(s) van” gevolgd door een adres. In letterlijke zin waren die brieven dus niet “op naam” van gedaagde. Gedaagde heeft niet expliciet betwist dat zij die brieven heeft ontvangen. De brief van 25 maart 2022, die betrekking had op het maken van een afspraak voor vaststelling van het energielabel, is wel geadresseerd aan [gedaagde] , dus “op haar naam", met het juiste adres. Die zou gedaagde dan, uitgaande van haar verweer, niet hebben ontvangen. Wat daarvan zij, gedaagde heeft erkend dat zij de brief van 17 november 2022, die zowel aangetekend als per gewone post is verstuurd, wel heeft ontvangen. Die brief is, kennelijk per vergissing, geadresseerd aan [naam] , de tweelingzus van gedaagde, maar wel met het adres van gedaagde. In letterlijke zin was dit dus inderdaad niet een brief “op haar naam”, zoals gedaagde stelt. In die brief is gesommeerd om binnen 7 werkdagen na dagtekening een afspraak te maken met [expertisebureau] voor het vaststellen van het energielabel en met eiseres voor het plaatsen van de rookmelders. Gedaagde stelt echter die brief niet te hebben gelezen, omdat onduidelijk was of die voor haar bedoeld was.
Door dat niet te doen en niet te reageren heeft gedaagde eiseres genoodzaakt deze procedure te beginnen.
€ 529,00