ECLI:NL:RBZWB:2023:1280
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag tegemoetkoming planschade
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. E.T. Stevens, beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk. Eiseres stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor tegemoetkoming in planschade, ingediend op 17 november 2021. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een bestuursorgaan binnen een bepaalde termijn moet beslissen op een aanvraag. Indien dit niet gebeurt, kan de betrokkene een ingebrekestelling sturen. Eiseres heeft dit gedaan op 12 september 2022, maar de rechtbank oordeelt dat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de totale beslistermijn voor de aanvraag om tegemoetkoming in planschade in beginsel 48 weken bedraagt. Verweerder had uiterlijk op 19 oktober 2022 moeten beslissen. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiseres kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de ingebrekestelling te vroeg is verzonden. Dit betekent dat de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan beoordelen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders op 28 februari 2023 en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.