ECLI:NL:RBZWB:2023:1263
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar tegen afwijzing Catshuisregeling
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. L.L. Ross, beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar van 12 juni 2022 tegen de afwijzing van de Catshuisregeling van 5 mei 2022. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst/Toeslagen de wettelijke beslistermijn heeft overschreden. Eiser heeft de Belastingdienst op 21 oktober 2022 in gebreke gesteld, maar er is sindsdien geen nieuw besluit genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat de Belastingdienst niet binnen de gestelde termijn heeft beslist. De rechtbank heeft de Belastingdienst opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van het betaalde griffierecht van € 50,- en de proceskosten zijn vastgesteld op € 418,50. De rechtbank heeft de zaak als licht gekwalificeerd, wat invloed heeft op de hoogte van de proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.