Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
beschikking betreffende een schriftelijke aanwijzing
[de moeder] ,
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,
[de vader] ,
advocaat mr. C.A.H. Boom te Utrecht.
Het procesverloop
- de op 27 januari 2023 ontvangen brief van de advocaat van de moeder met daarbij de beschikking verlenging ondertoezichtstelling;
- het op 3 februari 2023 ontvangen verweerschrift van de advocaat van de vader, met producties;
- het op 3 februari 2023 door de GI ingediend verweerschrift tevens zelfstandig verzoek tot bekrachtiging schriftelijke aanwijzing met bijlagen;
- de op 6 februari 2023 ingekomen producties van de advocaat van de moeder;
- de op 6 februari 2023 ingekomen producties van de advocaat van de vader.
- de moeder en haar advocaat;
- de vader en zijn advocaat;
- mevrouw [naam 1] vertegenwoordigende de GI;
- mevrouw [naam 2] , vertegenwoordigende de Raad voor de Kinderbescherming.
De feiten
Het geschil
Het standpunt van de moeder
om de weekvan zaterdag tot zondag 18.30 uur, waarbij de kinderen de even weken bij de moeder zijn en in de oneven weken bij de vader. Voorts heeft de rechtbank bepaald dat, zodra de vader is verhuisd naar de omgeving van [plaats 2] er onder regie van de gezinsvoogd
niet moet maar kanworden toegewerkt naar een regeling waarbij [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] (gezamenlijk) vaker bij de vader verblijven, te weten twee aaneengesloten dagen doordeweeks en om het weekend van vrijdag uit school tot maandag naar school.