ECLI:NL:RBZWB:2023:116

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
10 januari 2023
Zaaknummer
10223703_E04012023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling in het kader van een consumentenovereenkomst met internationale elementen

In deze zaak heeft de vennootschap naar buitenlands recht Coeo Securitisation Limited, rechtsopvolgster van Zalando Payments GmbH, op haar beurt rechtsopvolgster van Zalando SE, een vordering ingesteld tegen een gedaagde die niet is verschenen. De vordering betreft een bedrag van € 117,45, te vermeerderen met wettelijke rente over een deel van dit bedrag, alsook de proceskosten. De gedaagde is niet verschenen op de zitting, ondanks een behoorlijke dagvaarding, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft ambtshalve de bevoegdheid van de Nederlandse rechter getoetst, gezien de buitenlandse vestigingsplaats van de eiseres. De rechter concludeert dat de Nederlandse rechter bevoegd is, omdat de gedaagde in Nederland woont. Vervolgens is beoordeeld welk recht van toepassing is op de overeenkomst. Gezien de toepasselijke Europese verordeningen, is vastgesteld dat Nederlands recht van toepassing is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze toegewezen. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 272,22. Het vonnis is uitgesproken door mr. Ponds op 4 januari 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Middelburg
zaak/rolnr.: 10223703 CV EXPL 22-3002
vonnis d.d. 4 januari 2023
inzake
de vennootschap naar buitenlands recht Coeo Securitisation Limited, rechtsopvolgster van Zalando Payments GMBH op haar beurt rechtopvolgster van Zalando SE,
gevestigd en kantoorhoudende te Dublin (Ierland),
eiseres,
gemachtigde: Rosmalen Gerechtsdeurwaarders B.V. te Breda,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonadres] , gedaagde,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 24 november 2022 met producties.

2.De feiten

2.1
Tussen de vennootschap naar buitenlands recht Zalando SE (hierna: Zalando SE) en gedaagde is via de website van Zalando SE een koopovereenkomst tot stand gekomen.
2.2.
Zalando SE heeft haar vordering met alle daaraan verbonden rechten en nevenrechten in eigendom overgedragen aan Zalando Payments GmbH (hierna: Zalando Payments).
2.3
Vervolgens heeft Zalando Payments GmbH middels een akte van cessie deze vordering overgedragen aan eiseres.

3.Het geschil en de beoordeling

3.1
Eiseres vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te betalen een bedrag van € 117,45, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 73,90 vanaf 18 november 2022 tot aan de dag der voldoening, met veroordeling van gedaagde in de kosten van deze procedure.
3.2
Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen deze verstek is verleend.
3.3
Vanwege de buitenlandse vestigingsplaats van eiseres moet de kantonrechter ambtshalve de bevoegdheid van de Nederlandse rechter toetsen. Naar het oordeel van de kantonrechter is de Nederlandse rechter op grond van artikel 4 lid 1 van de in deze toepasselijke Verordening (EU) nr. 1215/2012 bevoegd om van de vordering kennis te nemen, aangezien gedaagde in Nederland woonachtig is. De kantonrechter te Middelburg is, gelet op de woonplaats van gedaagde, bevoegd om van het geschil kennis te nemen.
3.4
Voorts is aan de orde welk recht op de overeenkomst van toepassing is. Hierover wordt het volgende overwogen. Nederland en Ierland zijn beide partij bij de Verordening (EU) nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I). Eiseres heeft middels cessie overgedragen gekregen van Zalando Payments de openstaande vordering uit hoofde van een tussen Zalando SE en gedaagde gesloten consumentenovereenkomst. Ingevolge artikel 14 lid 2 van de Verordening (EU) nr. 593/2008 wordt de betrekking tussen eiseres als cessionaris en gedaagde als schuldenaar beheerst door het recht dat op de gecedeerde vordering van toepassing is. Gelet op artikel 17 lid 1 van de algemene voorwaarden van Zalando SE in samenhang met artikel 6 lid 2 Verordening Rome I is in dit geval Nederlands recht van toepassing.
3.5
Nu de vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal deze worden toegewezen.
3.6
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze proceskosten worden tot op heden begroot op:
- explootkosten € 107,22
- salaris gemachtigde € 37,00
- griffierecht € 128,00
------------
totaal € 272,22

4.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van € 117,45, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 73,90 vanaf 18 november 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 272,22;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 januari 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.