In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 februari 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap [eiseres] BV en de Provincie Zeeland. De zaak betreft een meervoudig onderhandse aanbesteding voor de ontwikkeling van een grondwatermeetsysteem. De Provincie had op 4 oktober 2022 een offerteaanvraag uitgeschreven, maar heeft de inschrijving van [eiseres] als ongeldig verklaard omdat deze de Europese drempelwaarde van € 215.000,- overschreed. [Eiseres] vorderde in kort geding dat de Provincie zou worden verboden om de opdracht definitief te gunnen op basis van het gunningsvoornemen en dat haar inschrijving als geldig zou worden aangemerkt.
De rechtbank oordeelde dat de Provincie onrechtmatig had gehandeld door de inschrijving van [eiseres] terzijde te leggen. Er is geen wettelijke basis voor het ongeldig verklaren van een inschrijving die boven de drempelwaarde ligt, tenzij dit expliciet in de aanbestedingsdocumenten is vermeld. De Provincie had de drempelwaarde niet als prijsplafond opgenomen in de aanbestedingsstukken, waardoor inschrijvers niet konden weten dat inschrijvingen boven deze waarde ongeldig zouden zijn. Dit was in strijd met het gelijkheids- en transparantiebeginsel.
De rechtbank heeft de vorderingen van [eiseres] toegewezen en de Provincie veroordeeld in de proceskosten. De Provincie moet de ongeldigverklaring van de inschrijving intrekken en de inschrijving van [eiseres] als geldig aanmerken. Tevens moet de Provincie de opdracht, indien zij deze nog wenst te gunnen, aan [eiseres] gunnen, al dan niet na herbeoordeling van de inschrijvingen.