ECLI:NL:RBZWB:2023:114

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
10 januari 2023
Zaaknummer
10222334_E04012023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling uit hoofde van een consumentenovereenkomst met internationale aspecten

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zitting houdende te Bergen op Zoom, op 4 januari 2023 een vonnis gewezen in een civiele procedure. Eiseres, Coeo Securitisation Ltd., een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Dublin, Ierland, heeft een vordering ingesteld tegen gedaagde, die niet is verschenen. De vordering betreft een bedrag van € 212,57, voortvloeiend uit een koopovereenkomst die tot stand is gekomen tussen gedaagde en Zalando SE. Zalando SE heeft haar vordering gecedeerd aan eiseres. De procesgang is gestart met een dagvaarding op 22 november 2022.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen, omdat gedaagde in Nederland woont. Tevens is beoordeeld welk recht van toepassing is op de overeenkomst. Gezien de betrokkenheid van zowel Nederland als Ierland bij relevante Europese verordeningen, is vastgesteld dat Nederlands recht van toepassing is op de vordering. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze toegewezen.

Gedaagde is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en is ook in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op € 272,22. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is uitgesproken door mr. Ponds, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 10222334 CV EXPL 22-3475
vonnis d.d. 4 januari 2023
inzake
de rechtspersoon naar buitenlands recht Coeo Securitisation Ltd.,
gevestigd te Dublin (Ierland),
eiseres,
gemachtigde: Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders te Eindhoven,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonadres] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 22 november 2022 met producties.

2.De feiten

2.1
Tussen Zalando SE en gedaagde is via de website van Zalando SE een koopovereenkomst tot stand gekomen.
2.2
Zalando SE heeft haar vordering gecedeerd aan eiseres.

3.Het geschil en de beoordeling

3.1
Eiseres heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gevorderd gedaagde, uitvoerbaar bij voorraad, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te veroordelen tot betaling van het bedrag van € 212,57, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 169,85 vanaf 22 november 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
3.2
Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen deze verstek is verleend.
3.3
Vanwege de buitenlandse vestigingsplaats van eiseres moet de kantonrechter ambtshalve de bevoegdheid van de Nederlandse rechter toetsen. Naar het oordeel van de kantonrechter is de Nederlandse rechter op grond van artikel 4 lid 1 van de in deze toepasselijke Verordening (EU) nr. 1215/2012 bevoegd om van de vordering kennis te nemen, aangezien gedaagde in Nederland woonachtig is. De kantonrechter te Bergen op Zoom is, gelet op de woonplaats van gedaagde, bevoegd om van het geschil kennis te nemen.
3.4
Voorts is aan de orde welk recht op de overeenkomst van toepassing is. Hierover wordt het volgende overwogen. Nederland en Ierland zijn beide partij bij de Verordening (EU) nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I). Eiseres heeft middels cessie overgedragen gekregen van Zalando SE de openstaande vordering uit hoofde van een tussen Zalando SE en gedaagde gesloten consumentenovereenkomst. Ingevolge artikel 14 lid 2 van de Verordening (EU) nr. 593/2008 wordt de betrekking tussen eiseres als cessionaris en gedaagde als schuldenaar beheerst door het recht dat op de gecedeerde vordering van toepassing is. Gelet op artikel 17 lid 1 van de Algemene Voorwaarden Thuiswinkel in samenhang met artikel 6 lid 2 Rome I is in dit geval Nederlands recht van toepassing.
3.5
De vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze zal worden toegewezen.
3.6
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze proceskosten worden tot op heden begroot op:
- explootkosten € 107,22
- salaris gemachtigde € 37,00
- griffierecht € 128,00
------------
totaal € 272,22

4.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van € 212,57, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 169,85 vanaf 22 november 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 272,22;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 januari 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.