ECLI:NL:RBZWB:2023:1139

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 februari 2023
Publicatiedatum
21 februari 2023
Zaaknummer
AWB- 23_736 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening inzake verwijdering fout geparkeerde motor

In deze zaak heeft de verzoeker op 27 januari 2023 een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening met betrekking tot een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele. Dit besluit, genomen op 7 december 2022, betrof de verwijdering van een fout geparkeerde motor. De rechtbank heeft de verzoeker op 28 januari 2023 schriftelijk geïnformeerd over de verplichting tot betaling van het griffierecht, met de mededeling dat het verzoek niet-ontvankelijk verklaard kan worden indien het griffierecht niet binnen 14 dagen wordt betaald. De voorzieningenrechter heeft besloten om de behandeling ter zitting achterwege te laten, zoals toegestaan onder artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen. Gezien deze omstandigheid heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, op 17 februari 2023. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/736 GEMWT VV

uitspraak van 17 februari 2023 van de voorzieningenrechter in de zaak van

[naam verzoeker], te [woonplaats verzoeker], verzoeker,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft op 27 januari 2023 verzocht om een voorlopige voorziening met betrekking tot het besluit van het college van 7 december 2022 om een fout geparkeerde motor te verwijderen.
Bij aangetekende brief van 28 januari 2023 heeft de rechtbank aan verzoeker medegedeeld dat het verschuldigde griffierecht binnen 14 dagen na genoemde datum moet worden betaald en dat het verzoek niet-ontvankelijk kan worden verklaard indien het verschuldigde bedrag niet binnen de gestelde termijn is betaald.
De voorzieningenrechter heeft met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) behandeling ter zitting achterwege gelaten.

Beoordeling

In de Awb is de verplichting opgenomen tot betaling van griffierecht. Verzoeker is schriftelijk gewezen op deze verplichting. De voorzieningenrechter constateert dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen.
Het verzoek is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk. Derhalve zal de voorzieningenrechter de zaak zonder behandeling ter zitting afdoen als hierna vermeld.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, op 17 februari 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
P.H.M. Verdonschot, griffier R.P. Broeders, voorzieningenrechter
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.
Afschrift verzonden op: