ECLI:NL:RBZWB:2023:111

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
10 januari 2023
Zaaknummer
10221388_E04012023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale rechtsbevoegdheid en toepasselijk recht in een civiele procedure met verstek

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de buitenlandse rechtspersoon Het Ziekenhuisnetwerk Antwerpen, gevestigd in Antwerpen, België, een vordering ingesteld tegen een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres, vertegenwoordigd door Modero Nederland B.V., heeft op basis van een dagvaarding van 10 november 2022 gevorderd dat de gedaagde een bedrag van € 368,71 betaalt, vermeerderd met rente en proceskosten. De gedaagde is niet verschenen, waardoor verstek is verleend.

De rechtbank heeft eerst de internationale rechtsbevoegdheid beoordeeld. Aangezien de eiseres in België is gevestigd en de gedaagde in Nederland woont, is de Nederlandse rechter bevoegd om van het geschil kennis te nemen op basis van artikel 4 lid 1 van de herschikte verordening (EU) nr. 1215/2012 (Brussel I bis). De kantonrechter te Bergen op Zoom is bevoegd, gezien de woonplaats van de gedaagde.

Vervolgens heeft de rechtbank het toepasselijke recht vastgesteld. Aangezien er geen rechtskeuze is gemaakt door partijen, is het recht van het land waar de dienstverlener is gevestigd van toepassing, in dit geval het Belgische recht. De rechtbank concludeert dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is en wijst deze toe. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 310,22. Het vonnis is uitgesproken op 4 januari 2023 door kantonrechter P. Ponds, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 10221388 CV EXPL 22-3456
vonnis d.d. 4 januari 2023
inzake
de buitenlandse rechtspersoon Het Ziekenhuisnetwerk Antwerpen,
gevestigd te Antwerpen (België),
eiseres,
gemachtigde: Modero Nederland B.V., gerechtsdeurwaarders te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonadres] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 10 november 2022 met producties.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1
Eiseres heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 368,71, te vermeerderen met de rente van 1,50% op jaarbasis over een bedrag van € 312,75 vanaf 29 oktober 2022 tot en met de dag dat de volledige vordering is betaald, alsmede met veroordeling van gedaagde in de kosten van de procedure.
2.2
Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen haar verstek is verleend.
2.3
Nu eiseres is gevestigd in België en gedaagde woonachtig is in Nederland draagt de vordering een internationaal karakter en dient allereerst de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vordering kennis te nemen. De Nederlandse rechter is op grond van artikel 4 lid 1 van de herschikte verordening (EU) nr. 1215/2012 (Brussel I bis) bevoegd van het onderhavige geschil kennis te nemen. De kantonrechter te Bergen op Zoom is, gelet op de woonplaats van gedaagde, bevoegd om van het geschil kennis te nemen.
2.4
Voorts is aan de orde welk recht op onderhavig geschil van toepassing is. Dit dient te worden beantwoord aan de hand van de Verordening (EG) nr. 593/2008 van 17 juni 2008 (Rome I). Nu gesteld noch gebleken is dat partijen ter zake de voorliggende overeenkomst een rechtskeuze hebben gedaan, geeft artikel 4 lid 1 aanhef onder b de geldende regel weer.
Uitgaande van dienstverlening door een in België gevestigd ziekenhuis aan een Nederlandse patiënt wordt de overeenkomst beheerst door het recht van het land waar de dienstverlener is gevestigd. Aldus luidt de conclusie dat op onderhavige medische behandeling het Belgische recht van toepassing is.
2.3
Nu de vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal deze worden toegewezen.
2.4
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze proceskosten worden tot op heden begroot op:
- explootkosten € 107,22
- salaris gemachtigde € 75,00
- griffierecht € 128,00
------------
totaal € 310,22

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van € 368,71, te vermeerderen met de rente van 1,5% op jaarbasis over € 312,75 vanaf 29 oktober 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 310,22;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 januari 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.