Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 februari 2022 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Eiser heeft bankafschriften overgelegd over de periode van 1 november 2018 tot en met
10 april 2020.
Gelet op het voorgaande kan niet geverifieerd worden of wat eiser stelt ook daadwerkelijk klopt. Het is niet onredelijk van het college om van eiser te verwachten dat hij verklaringen van derden laat zien ter onderbouwing en bevestiging van zijn eigen verklaring. Eiser heeft ook niet onderbouwd dat dit voor hem niet mogelijk is. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college op goede gronden gesteld dat eiser onvoldoende concreet en verifieerbaar inzicht heeft gegeven in zijn financiële- en leefsituatie over de periode direct voorafgaand aan zijn aanvraag.
Beslissing
mr. S. van Constant, griffier, op 24 februari 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.