ECLI:NL:RBZWB:2022:97
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit door college van burgemeester en wethouders
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E.F.B. Scheepers, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen. Het beroep is ingediend op 30 maart 2021, naar aanleiding van een bezwaar dat op 3 november 2020 was ingediend tegen een eerder besluit van 25 september 2020, waarin op verzoek om handhaving was beslist. Op 4 mei 2021 heeft verweerder het bestreden besluit genomen, waartegen verzoeker op 18 juni 2021 opnieuw beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft verzoeker op 6 september 2021 geïnformeerd dat het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit ook betrekking heeft op het alsnog genomen besluit. Verzoeker heeft op 14 september 2021 het beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten en vaststelling van de verbeurde dwangsom.
De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op de verzoeken van verzoeker. Verweerder heeft op 1 november 2021 gereageerd op het verzoek tot vaststelling van de dwangsom, maar niet op het verzoek tot vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien verweerder tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoeker door alsnog op het bezwaarschrift te beslissen, is het verzoek om proceskostenveroordeling gegrond verklaard. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 379,50, waarbij het gewicht van de zaak als licht is aangemerkt. Tevens heeft de rechtbank verweerder verplicht het door verzoeker betaalde griffierecht van € 181,- te vergoeden. De rechtbank komt niet toe aan de vaststelling van de dwangsom, aangezien het beroep is ingetrokken. Verweerder dient de verschuldigdheid en hoogte van de dwangsom vast te stellen.