4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1
in de periode van 1 maart 2018 tot en met 30 juli 2018 te Breda, meermalen, opzettelijk de eer en goede naam van [naam 1] en [naam 2] heeft aangerand door tenlastelegging van bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, hetgeen is geschied door middel van het verspreiden van geschriften, immers heeft verdachte, met voormeld doel aan onder meer
- woonzorgcentrum [bedrijf 3] en medewerkers van woonzorgcentrum [bedrijf 3] en
- thuiszorgorganisatie [bedrijf 5] en
- medewerkers van [bedrijf 6] en
- administratiekantoor [bedrijf 7] en
- [bedrijf 1] en medewerkers van [bedrijf 1] en
- zorgdienstverlener [bedrijf 8] en
- thuiszorgorganisatie [bedrijf 9] en
- [bedrijf 10] en
- de zorg- en welzijnsorganisatie [bedrijf 11] en
- de rechtbank Zeeland-West-Brabant en
- [bedrijf 12] en
- [naam 11] van [bedrijf 6] , en
- de gemeente Breda en medewerkers van de gemeente Breda en
- woningopruimer [bedrijf 13] ” en
- advocatenkantoor [bedrijf 14] en
- leasemaatschappij [bedrijf 15] en
- de [bedrijf 16] en
- het Openbaar Ministerie en
- de Orde van Advocaten en
- [bedrijf 23] en
- veiligheidszaken [bedrijf 17] en
- [bedrijf 4] en
- diverse andere instellingen en diverse gemeentes en
- andere personen
- zakelijk weergegeven - schriftelijk medegedeeld
- “ dat die [naam 1] en haar zoon [naam 2] bewust frauduleus hebben gehandeld en daardoor het faillissement hebben veroorzaakt van zorginstelling [bedrijf 2] ”, en/of
- “ dat die [naam 1] en haar zoon [naam 2] met geld van derden er vandoor zijn gegaan en met dat geld woningen hebben gekocht in Turkije en hebben uitgegeven aan plastische chirurgie en familie mee hebben geholpen”, en/of
- “ [bedrijf 18] is samen met mevrouw [naam 1] en haar zoon [naam 2] een onderdeel van een Turkse misdaadorganisatie en samenwerkingsverband die zich bedient van kartelvorming, oneerlijke concurrentie, clientelisme, witwaspraktijken, valse facturen en onvoldoende kwalitatief en doelmatige geleverde zorg”;
Feit 2
op 16 mei 2018 te Breda, opzettelijk de eer en goede naam van [naam 3] heeft aangerand door tenlastelegging van bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, hetgeen is geschied door middel van het verspreiden van een geschrift, immers heeft verdachte, met voormeld doel aan onder meer
- stichting [bedrijf 19] en
- woonzorgcentrum [bedrijf 3] en
- [bedrijf 1] zorgverzekering en medewerkers van [bedrijf 1] zorgverzekering en
- de zorg- en welzijnsorganisatie [bedrijf 11] en
- [bedrijf 22] Breda en
- de gemeente Breda en medewerkers van de gemeente Breda en
- woningopruimer [bedrijf 13] ” en
- advocatenkantoor [bedrijf 14] en
- de [bedrijf 16] en
- medewerkers van de belastingdienst en
- [bedrijf 4] en
- diverse andere zorginstellingen en diverse gemeentes en
- een persoon genaamd [naam 2] en
- andere personen
- zakelijk weergegeven - schriftelijk medegedeeld
“Dat die [naam 3] altijd zwaar heeft geworsteld met zijn jarenlange drugs- en alcoholverslavingen en daaraan gerelateerd criminogeen gedrag en daaruit voorvloeiende jarenlange detentie problematiek”, en
“Dat hij geld liet overmaken door zijn bewindvoerder zodat hij over een vrij beschikbaar totaalbedrag kon beschikken van 1.600 euro zodat hij zijn dagelijkse portie wiet kon permitteren, volop boodschappen doen, autootje voor zijn vriendin regelen en zich meerdere reizen naar het buitenland kon permitteren.";
Feit 3
op tijdstippen in 1 maart 2018 tot en met 30 juli 2018 te Breda, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [naam 1] , met het oogmerk die [naam 1] te dwingen iets te dulden, immers heeft verdachte meermalen aan onder meer,
- die [naam 1] mailberichten gestuurd, gebeld en sms-berichten gestuurd en
- woonzorgcentrum [bedrijf 3] en medewerkers van woonzorgcentrum [bedrijf 3] en
- thuiszorgorganisatie [bedrijf 5] en
- medewerkers van [bedrijf 6] en
- administratiekantoor [bedrijf 7] en
- [bedrijf 1] en medewerkers van [bedrijf 1] en
- zorgdienstverlener [bedrijf 8] en
- thuiszorgorganisatie [bedrijf 9] en
- [bedrijf 10] en
- de zorg- en welzijnsorganisatie [bedrijf 11] en
- de rechtbank Zeeland-West-Brabant en
- [bedrijf 12] en
- [naam 11] van [bedrijf 6] en
- de gemeente Breda en medewerkers van de gemeente Breda en
- woningopruimer [bedrijf 13] ” en
- advocatenkantoor [bedrijf 14] en
- leasemaatschappij [bedrijf 15] en
- de [bedrijf 16] en
- het Openbaar Ministerie en
- de Orde van Advocaten en
- [bedrijf 23] en
- veiligheidszaken [bedrijf 17] en
- [bedrijf 4] en
- diverse andere instellingen en diverse gemeentes en
- een persoon genaamd [naam 2] en
- andere personen,
schriftelijke berichten, inhoudende - zakelijk weergegeven -
- “ dat die [naam 1] en haar zoon [naam 2] bewust frauduleus hebben gehandeld en daardoor het faillissement hebben veroorzaakt van zorginstelling [bedrijf 2] ”, en
- “ dat die [naam 1] en haar zoon [naam 2] met geld van derden er vandoor zijn gegaan en met dat geld woningen hebben gekocht in Turkije en hebben uitgegeven aan plastische chirurgie en familie mee hebben geholpen”, en
- “ [bedrijf 18] is samen met mevrouw [naam 1] en haar zoon [naam 2] een onderdeel van een Turkse misdaadorganisatie en samenwerkingsverband die zich bedient van kartelvorming, oneerlijke concurrentie, clientelisme, witwaspraktijken, valse facturen en onvoldoende kwalitatief en doelmatige geleverde zorg”,
verstuurd;
Feit 5
op 25 juni 2018 te Breda, opzettelijk en wederrechtelijk een telefoon, die aan een ander, te weten aan [naam 4] , toebehoorde, heeft beschadigd;
Feit 6
omstreeks de periode van 1 juli 2018 tot en met 13 juli 2018 te Breda, opzettelijk de eer en goede naam van [naam 5] en [naam 6] heeft aangerand door tenlastelegging van bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, hetgeen is geschied door middel van het verspreiden van geschriften, immers heeft verdachte, met voormeld doel aan onder meer
- woonzorgcentrum [bedrijf 3] en medewerkers van woonzorgcentrum [bedrijf 3] en
- [bedrijf 1] zorgverzekering, en medewerkers van [bedrijf 1] zorgverzekering en
- zorgdienstverlener [bedrijf 8] en
- thuiszorgorganisatie [bedrijf 9] en
- [bedrijf 10] en
- de zorg- en welzijnsorganisatie [bedrijf 11] en
- de rechtbank Zeeland-West-Brabant en
- de gemeente Breda en medewerkers van de gemeente Breda en
- woningopruimer [bedrijf 13] ” en
- advocatenkantoor [bedrijf 14] en
- het Openbaar Ministerie en
- [bedrijf 23] en
- veiligheidszaken [bedrijf 17] en
- [bedrijf 4] en
- diverse andere instellingen en diverse gemeentes en
- een persoon genaamd [naam 2] en
- andere personen
- zakelijk weergegeven - schriftelijk medegedeeld
- “ [bedrijf 18] is samen met mevrouw [naam 1] en haar zoon [naam 2] een onderdeel van een Turkse misdaadorganisatie en samenwerkingsverband die zich bedient van kartelvorming, oneerlijke concurrentie, clientelisme, witwaspraktijken, valse facturen en onvoldoende kwalitatief en doelmatige geleverde zorg” en/of
- “ [naam 10] was tot dan toe bij iedere Turkse ondernemer bekend om haar innige en buitensporige sexrelatie op het werk met de heer [naam 12] van [bedrijf 21] , waarvan de echtgenote op kantoor getuige is geweest bij een van hun sexuele escapades.”
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.