ECLI:NL:RBZWB:2022:8642

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 maart 2022
Publicatiedatum
20 februari 2024
Zaaknummer
C/02/386522 / HA ZA 21-339
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mondelinge behandeling in civiele procedure tussen ABN AMRO BANK NV en BREDA BUSINESS PARK BV

In deze civiele procedure, aangespannen door ABN AMRO BANK NV tegen BREDA BUSINESS PARK BV, heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 maart 2022 een vonnis uitgesproken. De eiseres, ABN AMRO BANK NV, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Franke, heeft de gedaagde, BREDA BUSINESS PARK BV, aangeklaagd. De gedaagde is niet verschenen tijdens de zitting. De rechtbank heeft besloten om een mondelinge behandeling te bevelen, waarbij partijen de gelegenheid krijgen om hun stellingen nader toe te lichten en om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor een schikking. De rolrechter heeft de zaak aangehouden om te beslissen over de noodzaak van deze mondelinge behandeling. De rechtbank heeft benadrukt dat het niet verschijnen van een partij gevolgen kan hebben voor de uitkomst van de procedure. De mondelinge behandeling is gepland op 9 september 2022, waarbij beide partijen, bijgestaan door hun advocaten, aanwezig moeten zijn om inlichtingen te verstrekken en hun standpunten te onderbouwen. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de vertegenwoordigers van de partijen bevoegd moeten zijn om hen te vertegenwoordigen, hetzij op basis van een volmacht, hetzij op grond van hun functie. De verdere beslissing is aangehouden tot na de mondelinge behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/386522 / HA ZA 21-339
Vonnis van 2 maart 2022
in de zaak van
de naamloze vennootschap
ABN AMRO BANK NV,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. M. Franke te Eindhoven,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BREDA BUSINESS PARK BV,
gevestigd te Breda,
gedaagde,
advocaat mr. M.J. Meermans-de Vries te Amsterdam,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [plaats] , Spanje ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de beslagstukken,
  • de dagvaarding met producties,
  • de conclusie van antwoord met producties.
1.2.
Vervolgens heeft de rolrechter de zaak aangehouden om te beslissen of een mondelinge behandeling zal worden gelast.

2.De overwegingen

2.1.
De rechtbank zal een mondelinge behandeling bevelen om inlichtingen over de zaak te vragen, partijen gelegenheid te geven hun stellingen nader te onderbouwen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
2.2.
De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij ter mondelinge behandeling de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die zij geraden zal achten.
2.3.
Op de mondelinge behandeling wordt aan de advocaten van partijen de gelegenheid geboden om de standpunten van partijen kort nader toe te lichten aan de hand van beknopte spreekaantekeningen.
2.4.
Op de mondelinge behandeling zal, eventueel aan de hand van een voorlopig oordeel over de zaak, worden nagegaan hoe de verdere gang van de procedure moet zijn. Daarbij kan ook de mogelijkheid van een schikking of inschakeling van een mediator aan de orde komen. De zitting eindigt met een aantal formaliteiten.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen, het nader onderbouwen van hun stellingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. M.M. van 't Nedereind in het gerechtsgebouw te Breda aan Stationslaan 10 op
vrijdag 9 september 2022van
9:15tot
12:15uur,
3.2.
bepaalt dat zijn en dat ABN Amro Bank NV en Breda Business Park BV dan vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen,
3.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Eijssen-Vruwink en in het openbaar uitgesproken op 2 maart 2022.