ECLI:NL:RBZWB:2022:8510

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 juli 2022
Publicatiedatum
16 mei 2023
Zaaknummer
HA ZA 22-299
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
  • Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekzaak met verklaring voor recht en schadevergoeding

In deze verstekzaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 juli 2022 uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.W. Bosch, en gedaagde, die niet is verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde aansprakelijk is voor de schade die eiseres heeft geleden door een voorval op 26 augustus 2020. De rechtbank heeft de schade begroot op € 668.350,11, inclusief fiscale component, maar exclusief wettelijke rente die verschuldigd is vanaf 15 november 2021. Gedaagde is veroordeeld om dit bedrag binnen veertien dagen na de uitspraak aan eiseres te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Handelsrecht
Middelburg
zaaknummer / rolnummer: C/02/398402 / HA ZA 22-299
Vonnis van 20 juli 2022
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. E.W. Bosch te Honselersdijk,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonadres] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.2.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiser worden begroot op:
- dagvaarding € 127,43
- griffierecht 86,00
- salaris advocaat
3.214,00(1,0 punt × tarief € 3.214,00)
Totaal € 3.427,43

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verklaart voor recht dat gedaagde aansprakelijk is voor de door eiseres geleden en nog te lijden schade door het voorval op 26 augustus 2020;
3.2.
verklaart voor recht dat de schade, aldus begroot, wordt vastgesteld op
€ 668.350,11 inclusief fiscale component, doch exclusief wettelijke rente vanaf 15 november 2021;
3.3.
veroordeelt gedaagde om binnen veertien dagen na heden tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van € 668.350,11 (zeshonderdduizendachtenzestig driehonderdvijftig euro en elf eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 15 november 2021 tot aan de dag van volledige betaling;
3.4.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiser tot op heden begroot op € 3.427,43,
3.5.
verklaart dit vonnis voor wat betreft 3.3 en 3.4 uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds en in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2022.