ECLI:NL:RBZWB:2022:8428
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- S. Speekenbrink
- T.M. Brouwer
- F.L. Donders
- Rechtspraak.nl
Vordering tot volledige herroeping van voorwaardelijke invrijheidstelling wegens niet-nakoming van bijzondere voorwaarden
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 september 2022 uitspraak gedaan over een vordering tot volledige herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling (VI) van betrokkene, die eerder was veroordeeld voor verduistering en witwassen. Betrokkene was op 23 december 2020 voorwaardelijk in vrijheid gesteld, maar heeft zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarden die aan zijn VI waren verbonden. De officier van justitie diende op 2 september 2022 een vordering in tot volledige herroeping van de VI, omdat betrokkene meerdere keren de voorwaarden had overtreden. Tijdens de zitting op 27 september 2022 was betrokkene niet aanwezig, en de rechtbank moest beoordelen of er sprake was van een rechtsgeldige betekening van de oproeping en de vordering.
De rechtbank constateerde dat er een betekeningsakte was van 12 september 2022, maar dat er geen afschrift van de oproeping en de vordering naar het bekende adres van betrokkene in Tsjechië was verzonden. Dit was in strijd met artikel 36e lid 3 van het Wetboek van Strafvordering, waardoor de rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een rechtsgeldige betekening. Gezien deze procedurele fout verklaarde de rechtbank de betekening nietig en wees het aanhoudingsverzoek van de officier van justitie af. De rechtbank benadrukte dat de wetgeving rondom betekeningsverzuim was gewijzigd, waardoor herstel van de betekening niet meer mogelijk was.
De beslissing van de rechtbank houdt in dat de vordering tot herroeping van de VI niet kan worden behandeld, omdat de betekening nietig is verklaard. Dit betekent dat betrokkene voorlopig niet geconfronteerd kan worden met de gevolgen van de vordering tot herroeping, totdat er een rechtsgeldige betekening heeft plaatsgevonden.