ECLI:NL:RBZWB:2022:8427

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 oktober 2022
Publicatiedatum
31 januari 2023
Zaaknummer
02/020628-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit van kinderporno en de beoordeling van de strafmaat

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 oktober 2022, stond de verdachte terecht voor het in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 23 juni 2021 in Udenhout gegevensdragers met 1929 kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit had. De zaak kwam aan het licht na een melding van het Amerikaanse National Center for Missing and Exploited Children, die leidde tot een doorzoeking van de woning van de verdachte. Tijdens deze doorzoeking heeft de verdachte zelf aangegeven dat er kinderporno op een tablet aanwezig was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn ontkenning, de beschikkingsmacht had over de gegevensdragers en dat zijn verklaring niet geloofwaardig was. De rechtbank achtte het bezit van kinderporno wettig en overtuigend bewezen, maar sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.

Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het feit, de grote hoeveelheid kinderporno, de jonge leeftijd van de afgebeelde kinderen en de aard van de handelingen op de afbeeldingen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van twee weken geëist, terwijl de verdediging vroeg om een voorwaardelijke taakstraf. De rechtbank oordeelde echter dat deze straffen niet recht deden aan de ernst van het delict en legde een gevangenisstraf op van tien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling. De rechtbank benadrukte dat het bezit van kinderporno bijdraagt aan de verwerpelijke praktijken van kindermisbruik en dat de betrokken kinderen vaak langdurige psychische schade oplopen. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 14a, 14b, 14c en 240b van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/020628-22
vonnis van de meervoudige kamer van 11 oktober 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1970 te [geboorteplaats]
wonende te [woonadres]
raadsman: mr. R.G. van der Laan, advocaat te Leiden

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 27 september 2022. Verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsman. De officier van justitie,
mr. A.I.M.M. Gudde, en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte kinderporno in zijn bezit heeft gehad.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich door middel van een geautomatiseerd werk de toegang heeft verschaft tot 1929 kinderpornografische afbeeldingen. Deze afbeeldingen zijn aangetroffen op verschillende gegevensdragers die in de woning van verdachte in beslag zijn genomen en bij hem in gebruik waren.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit. Verdachte ontkent dat de kinderporno van hem was en hij weet ook niet hoe dit op de gegevensdragers terecht is gekomen. Bij de doorzoeking van zijn woning heeft verdachte weliswaar aan de zedenrecherche medegedeeld dat er kinderporno op de tablet staat, maar aan die mededeling mag geen waarde worden gehecht. Verdachte heeft dit namelijk verklaard uit een soort van impuls en irritatie. Het dossier bevat voorts aanknopingspunten dat de kinderporno van de ex-vrouw van verdachte was. Ook zij maakte gebruik van de betreffende gegevensdragers en het is haar e-mailadres dat bij het verrichtte zedenonderzoek naar voren is gekomen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Op 23 juni 2021 te Udenhout heeft de politie een doorzoeking gedaan in de woning van verdachte voor de inbeslagname van gegevensdragers met vermoedelijk kinderpornografisch materiaal. Dit gebeurde na een melding van het Amerikaanse National Center for Missing and Exploited Children (NCMEC) in 2019 dat er beeldmateriaal geplaatst was binnen Google Photos dat vermoedelijk kinderpornografie betrof. Er werden een [gebruikersnaam] , twee e-mailadressen en een IP-adres vermeld in de melding. Naar aanleiding van die melding werd aanvullend onderzoek verricht en vastgesteld dat de afbeeldingen inderdaad kinderpornografisch waren. Bevraging van de
e-mailadressen leverde gegevens met onder andere een naam, e-mailadres en een telefoonnummer op. Onderzoek wees uit dat het telefoonnummer gelinkt kon worden aan verdachte en zijn (thans) ex-vrouw. Daarnaast bleek dat op het woonadres van verdachte en zijn (thans) ex-vrouw ook een bedrijf stond ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder de naam: [gebruikersnaam] .
Bij aanvang van de doorzoeking in de woning van verdachte werd aan hem uitgelegd dat er onderzoek werd gedaan naar de vermoedelijke aanwezigheid van kinderporno en dat onderzoeksresultaten wezen naar zijn woning. De uitlevering van alle gegevensdragers waar kinderporno op stond werd gevorderd en verdachte wees daarop een tablet aan waar volgens hem kinderporno op stond. Verschillende gegevensdragers zijn vervolgens in beslaggenomen, waaronder de tablet, een aantal telefoons en USB-sticks. Deze gegevensdragers zijn onderzocht en daarop zijn in totaal 1929 kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. Daarvan zijn 691 foto’s en 90 films gelabeld als accessible (normaal en zonder speciale software door de gebruiker te benaderen en zichtbaar). Het aantreffen van deze afbeeldingen toont volgens het proces-verbaal aan dat de gebruiker zich, door middel van een geautomatiseerd werk, de toegang daartoe heeft verschaft. Op circa 40% van de afbeeldingen stonden meisjes in de leeftijd tussen de 0 en 2 jaar afgebeeld. Op de afbeeldingen was sprake van een grote verscheidenheid aan (grove) seksuele handelingen.
Dat verdachte niet wist dat er kinderporno op zijn gegevensdragers stond, acht de rechtbank niet geloofwaardig, mede gelet op de hoeveelheid en de toegankelijkheid ervan en omdat verdachte bij de doorzoeking heeft verklaard dat er kinderporno op de tablet zou staan. Dit bleek na nader onderzoek ook daadwerkelijk zo te zijn. Bovendien heeft verdachte in zijn verhoor bij de politie, maanden later in december 2021, verklaard dat hij wist dat er wat (kinderporno) op stond, maar dat hij niet wist hoe dat erop kwam en hoeveel het was. Verdachte verklaarde bovendien dat hij het vast wel eens gezien zou hebben op zijn gegevensdragers.
Voorts staat vast dat verdachte op het moment van de doorzoeking de beschikkingsmacht had over de gegevensdragers waarop kinderporno is aangetroffen. Het verweer dat mogelijk de (thans) ex-vrouw van verdachte de eigenaar was van de kinderporno is gelet op de wetenschap en beschikkingsmacht bij verdachte niet relevant, temeer nu geen medeplegen ten laste is gelegd. Gelet op het vorenstaande komt de rechtbank tot een bewezenverklaring voor het in bezit hebben van kinderporno.
Wel zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het
verwervenvan kinderporno nu het dossier daarvoor geen bewijsmiddelen bevat.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op 23 juni 2021, te Udenhout, gemeente Tilburg, gegevensdragers bevattende afbeeldingen in bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
- het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp en/of
- het zichzelf vaginaal en/of anaal penetreren met de vinger/hand en/of een voorwerp door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt
en
- het betasten van de geslachtsdelen en/of billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of een voorwerp en/of
- het betasten van de geslachtsdelen en/of billen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met (een) vinger(s)/hand en/of mond/tong en/of
- het zichzelf met (een) vinger(s)/hand en/of mond/tong en/of voorwerp betasten van de geslachtsdelen en/of billen en/of borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog heeft bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote)
geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld wordt gebracht waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij op dat lichaam een op sperma gelijkende substantie
zichtbaar is.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt de rechtbank om verdachte hoogstens te veroordelen tot een geheel voorwaardelijke taakstraf, met daaraan gekoppeld de door de reclassering geadviseerde voorwaarden.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte had een grote hoeveelheid kinderporno in zijn bezit. Dat is een bijzonder ernstig en naar strafbaar feit. Voor de productie van kinderporno worden kinderen ernstig seksueel misbruikt en uitgebuit. De betrokken kinderen lopen vaak psychische schade op die gedurende lange tijd en niet zelden de rest van hun leven diepe sporen nalaat. Daarnaast is het erg moeilijk om eenmaal online geplaatste films en foto’s van het internet te laten verwijderen, waardoor deze kinderen hier ook op volwassen leeftijd nog mee geconfronteerd kunnen worden. Door het bezit van kinderporno wordt de productie ervan gestimuleerd en dus in stand gehouden. Hiermee heeft verdachte indirect een bijdrage geleverd aan deze uiterst verwerpelijke praktijken.
Gelet op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) is het uitgangspunt voor het bezit van kinderporno een taakstraf van 240 uur plus 6 maanden gevangenisstraf, waarvan een kort gedeelte onvoorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden.
Uit het rapport van de reclassering van 20 september 2022 dat over verdachte is opgemaakt blijkt dat er contra-indicaties bestaan voor het opleggen van een taakstraf gelet op de fysieke gesteldheid van verdachte. Verdachte heeft rugklachten naar aanleiding van een ongeval en is volledig afgekeurd. De reclassering ziet geen contra-indicaties voor een gevangenisstraf.
Bij de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank, naast voornoemd reclasseringsrapport en de LOVS-oriëntatiepunten, onder meer acht geslagen op het strafblad van verdachte, het grote aantal afbeeldingen dat verdachte in bezit had, de (jonge) leeftijd van de kinderen op de afbeeldingen, de aard van de (gewelds)handelingen op de afbeeldingen, en op het feit dat verdachte geen probleeminzicht lijkt te hebben.
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van twee weken geëist en de verdediging heeft een geheel voorwaardelijke straf bepleit. Naar het oordeel van de rechtbank zou dit in beide gevallen geen recht doen aan de situatie.
De rechtbank is van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar passend en geboden is. Naast de algemene voorwaarden zal de rechtbank ook bijzondere voorwaarden koppelen aan het voorwaardelijk deel zoals door de reclassering geadviseerd, namelijk: een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling door GGz of een soortgelijke zorgverlener en het vermijden van kinderporno, waarbij de reclassering maximaal drie keer per jaar een controle op zijn digitale gegevensdragers mag (laten) verrichten.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 240b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:

bezit van kinderporno

- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de reclassering;
* dat verdachte zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd zal melden bij Reclassering Nederland op het adres Ringbaan West 275, 5037 PD Tilburg. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van GGz Breburg of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Indien de behandelaar en de reclassering het nodig achten werkt verdachte mee aan diagnostiek;
* dat verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal 3 keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.L. Donders, voorzitter, mr. S.W.M. Speekenbrink en
mr. T.M. Brouwer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J.E.M. Hoezen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 11 oktober 2022.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.