ECLI:NL:RBZWB:2022:8413

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 december 2022
Publicatiedatum
27 januari 2023
Zaaknummer
81-092114-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Illegaal rapen van schelpdieren en de gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid

Op 16 december 2022 heeft de economische politierechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 5 oktober 2021 illegaal 175 kilogram tapijtschelpen heeft geraapt in de Oosterschelde en de gemeente Reimerswaal. De verdachte heeft dit gedaan zonder de benodigde vergunning van de gedeputeerde staten van de Provincie Zeeland. De officier van justitie, mr. M.G.H. Schenk, heeft het standpunt ingenomen dat de verdachte strafbaar is en heeft een geldboete van € 1500,-- geëist. De rechter heeft vastgesteld dat de verdachte op heterdaad is betrapt en dat er voldoende bewijs is voor de tenlastelegging. De rechter heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlasteleggingen die niet bewezen konden worden.

De rechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat het illegaal rapen van schelpdieren een toenemend probleem is in de Zeeuwse delta, met negatieve gevolgen voor de natuur, zoals verstoring van vogel- en zeehondpopulaties en risico's voor de voedselveiligheid. De rechter heeft ook rekening gehouden met de financiële omstandigheden van de verdachte en heeft bepaald dat de geldboete in termijnen mag worden voldaan. De rechter heeft de verbeurdverklaring van de in beslag genomen voorwerpen, waaronder de tapijtschelpen en het gebruikte gereedschap, uitgesproken. De uitspraak is gedaan in het kader van de Wet natuurbescherming en het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummer: 81-092114-22
vonnis van de economische politierechter van 16 december 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1962 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres]

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 16 december 2022. Tegen verdachte is verstek verleend. De officier van justitie, mr. M.G.H. Schenk, heeft haar standpunt kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

hij op of omstreeks 5 oktober 2021, (op de droogvallende platen van de)
Oosterschelde en/of in de gemeente Reimerswaal, al dan niet opzettelijk,
zonder vergunning van gedeputeerde-staten van de Provincie Zeeland
een project heeft gerealiseerd,
bestaande uit het rapen van 175 kilogram, of ten minste een hoeveelheid
van meer dat 10 kilogram (tapijt)schelpen,
welk project niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer
van een Natura 2000-gebied, maar afzonderlijk of in combinatie met
andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor het
Natura 2000-gebied, de Oosterschelde;

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De economische politierechter is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1.1
De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis zal worden gehecht
4.1.2
De bewijsoverwegingen
De economische politierechter acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft gepleegd. Verdachte bekent het feit en er is een proces-verbaal alsmede een aanvullend proces-verbaal van bevindingen waaruit blijkt dat verdachte op heterdaad is betrapt nadat hij 175 kilo tapijtschelpen had geraapt.
4.2
De bewezenverklaring
De economische politierechter acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op 5 oktober 2021, (op de droogvallende platen van de) Oosterschelde en in de gemeente Reimerswaal, opzettelijk,
zonder vergunning van gedeputeerde-staten van de Provincie Zeeland
een project heeft gerealiseerd,
bestaande uit het rapen van 175 kilogram (tapijt)schelpen,
welk project niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer
van een Natura 2000-gebied, maar afzonderlijk of in combinatie met
andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor het
Natura 2000-gebied, de Oosterschelde.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De economische politierechter acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een geldboete van € 1500,--. Als strafvorderingsbeleid in zaken als deze wordt voor first-offenders uitgegaan van een basisboete van € 1000,-- te vermeerderen met de verkoopwaarde van de producten die aan verdachte kan worden toegerekend.
6.2
Het oordeel van de economische politierechter
Het was voor verdachte toegestaan om 10 kilo tapijtschelpen te rapen voor eigen gebruik. De hoeveel van 175 kilogram overschrijdt de toegestane hoeveelheid in hoge mate en is tevens een hoeveelheid waarvan het onwaarschijnlijk is dat die alleen voor eigen gebruik bestemd is. Het illegaal rapen van schelpdieren is in de Zeeuwse delta is sterk toenemend probleem met negatieve gevolgen op diverse gebieden.
Het op grotere schaal dan is toegestaan rapen van schelpdieren betekent een meer dan verantwoord geachte verstoring van concentratie vogels en zeehonden en teveel aan voedselconcurrentie voor vogels en vissen.
Daarnaast is de voedselveiligheid en daarmee de volksgezondheid in het geding. Zeker van besmette schelpdieren kan men flink ziek worden en daarom is het van groot belang dat de herkomst van een besmette partij snel getraceerd kan worden zoals conform Europese regelgeving is voorgeschreven (Considerans 28 Verordening (EG) Nr. 1224/2009 (Controleverordening)). Bij illegaal geraapte schelpen ontbreekt die mogelijkheid.
Tot slot is er sprake van concurrentievervalsing. Bedrijven die zich keurig aan de regels houden maken kosten om hun vergunningen en administratie op orde hebben en betalen belasting over de omzet en winst die ze maken. Ook zij worden door het illegaal rapen benadeeld.
De economische politierechter is met de officier van justitie een dat van oordeel dat in verband met de genoemde negatieve gevolgen een forse geldboete in de orde van grootte zoals is gevorderd op zijn plaats is.
De economische politierechter zal anders dan de officier van justitie gevorderd heeft een gedeelte van de straf voorwaardelijk opleggen om verdachte er in de toekomst van te weerhouden strafbare feiten te plegen. Tevens zal de economische politierechter rekening houden met hetgeen verdachte heeft verklaard in zijn verzetschrift met betrekking tot zijn financiële omstandigheden en daarom bepalen dat verdachte de op te leggen geldboete in termijnen mag voldoen.

7.Het beslag

7.1
De verbeurdverklaring
De economische politierechter verklaart de hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen vatbaar voor verbeurdverklaring.
Gebleken is dat de genoemde voorwerpen aan verdachte toebehoren en dat verdachte het feit heeft begaan met betrekking tot deze voorwerpen.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24a, 24c, 33, 33a Wetboek van Strafrecht, 2.7 Wet natuurbescherming en 1a, 2, 6 Wet op de economische delicten zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De economische politierechter:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.2 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:

opzettelijk overtreden van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming;

- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
-veroordeelt verdachte tot een geldboete ter hoogte van
2000 euro subsidiair 30 dagen hechtenis waarvan 500 euro subsidiair 10 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
-bepaalt dat verdachte de onvoorwaardelijke geldboete van 1500 mag voldoen in
15 maandelijkse termijnen van 100 euro.
-bepaalt dat de voorwaardelijke straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Beslag
-verklaart verbeurd de volgende voorwerpen:
-175 kilo Tapijtschelpen;
-11 stuks plastic emmers;
-3 stuks harken;
-3 stuks tassen;
-1 handzeef.
Dit vonnis is gewezen door economische politierechter: mr. J.C. Gillesse, in tegenwoordigheid van I.L. Bruijnooge, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 16 december 2022.
De griffier is niet in staat dit vonnis mede te ondertekenen.