In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 augustus 2022 uitspraak gedaan in een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Klager, die op 2 december 2021 een tweedehands computer had gekocht via Facebook Marketplace voor € 700,00, ontdekte later dat het om een gestolen computer ging. De computer was in beslag genomen en teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar. Klager, die te goeder trouw was, verzocht om civiele schadevergoeding.
De procedure begon met de behandeling van het klaagschrift in raadkamer op 22 juli 2022, waar zowel de officier van justitie als klager aanwezig waren. De officier van justitie stelde dat klager niet-ontvankelijk was in zijn beklag, omdat het klaagschrift buiten de daarvoor bestemde termijn was ingediend. Klager had op 11 maart 2022 een kennisgeving ontvangen, waarna hij 14 dagen had om zijn klaagschrift in te dienen. Het klaagschrift werd echter pas op 5 april 2022 ingediend.
De rechtbank oordeelde dat het klaagschrift niet tijdig was ingediend en verklaarde klager niet-ontvankelijk in zijn verzoek. De beslissing werd genomen door mr. A. Hello, rechter, in aanwezigheid van J. van ‘t Westende, griffier, en werd uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting op 5 augustus 2022. Klager en het Openbaar Ministerie hebben de mogelijkheid om binnen veertien dagen beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.