ECLI:NL:RBZWB:2022:8329

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 augustus 2022
Publicatiedatum
19 januari 2023
Zaaknummer
22-007214
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid klaagschrift ex artikel 552a Sv betreffende inbeslagname van gestolen computer

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 augustus 2022 uitspraak gedaan in een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Klager, die op 2 december 2021 een tweedehands computer had gekocht via Facebook Marketplace voor € 700,00, ontdekte later dat het om een gestolen computer ging. De computer was in beslag genomen en teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar. Klager, die te goeder trouw was, verzocht om civiele schadevergoeding.

De procedure begon met de behandeling van het klaagschrift in raadkamer op 22 juli 2022, waar zowel de officier van justitie als klager aanwezig waren. De officier van justitie stelde dat klager niet-ontvankelijk was in zijn beklag, omdat het klaagschrift buiten de daarvoor bestemde termijn was ingediend. Klager had op 11 maart 2022 een kennisgeving ontvangen, waarna hij 14 dagen had om zijn klaagschrift in te dienen. Het klaagschrift werd echter pas op 5 april 2022 ingediend.

De rechtbank oordeelde dat het klaagschrift niet tijdig was ingediend en verklaarde klager niet-ontvankelijk in zijn verzoek. De beslissing werd genomen door mr. A. Hello, rechter, in aanwezigheid van J. van ‘t Westende, griffier, en werd uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting op 5 augustus 2022. Klager en het Openbaar Ministerie hebben de mogelijkheid om binnen veertien dagen beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Breda
parketnummer: -
rk.nummer: 22-007214
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager]geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres]
hierna te noemen: klager.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • het bewijs van ontvangst van inbeslagname aan klager van 9 december 2021;
  • de mededeling ex. artikel 116 Sv. aan klager van 11 maart 2022;
  • het klaagschrift, ingediend op 5 april 2022 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
  • het verweerschrift van de officier van justitie;
  • het proces-verbaal van aanhouding van de raadkamerbehandeling van 13 juni 2022; en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Het klaagschrift is behandeld in raadkamer op 22 juli 2022. Gehoord zijn de officier van justitie en klager.
Klager voert aan op 2 december 2021 een tweedehands computer te hebben gekocht voor € 700,00. Hij kocht deze computer via Facebook marketplace en begreep later dat het een gestolen computer betrof. De computer is in beslag genomen en, zo begrijpt klager, teruggegeven aan de rederlijkerwijs rechthebbende. Klager was te goeder trouw en doet een verzoek tot (civiele) schadevergoeding.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat klager niet-ontvankelijk is in zijn beklag. het goed is teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar. Het klaagschrift is buiten de daartoe bestemde termijn ingediend.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is niet tijdig ingediend.
De rechtbank stelt vast dat klager op 11 maart 2022 de kennisgeving ex. artikel 116 Sv. heeft ontvangen waarna klager een termijn van 14 dagen had om zijn beklag in te dienen. Het klaagschrift is op 5 april 2022 door de rechtbank ontvangen. Klager dient niet-ontvankelijk in zijn klaagschrift te worden verklaard.
De rechtbank zal klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

3.De beslissing

De rechtbank
- verklaart klager niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is op 5 augustus 2022 gegeven door mr. A. Hello, rechter, in tegenwoordigheid van J. van ‘t Westende, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 augustus 2022.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).