ECLI:NL:RBZWB:2022:8328

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 juli 2022
Publicatiedatum
19 januari 2023
Zaaknummer
22-008051
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake teruggave van inbeslaggenomen goederen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 juli 2022 uitspraak gedaan op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door klager, vertegenwoordigd door de heer [naam]. Het klaagschrift betreft de teruggave van een vorkheftruck en een personenauto, die op verschillende data in december 2021 in beslag zijn genomen. De klager stelt dat deze goederen aan hem toebehoren en verzoekt om opheffing van het beslag en teruggave van de goederen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het klaagschrift tijdig is ingediend en dat klager ontvankelijk is. Tijdens de zitting op 7 juli 2022 zijn zowel de klager als de beslagene gehoord, waarbij de klager zijn eigendom heeft aangetoond. De officier van justitie heeft zich verzet tegen de teruggave, omdat er conservatoir beslag ligt en het Openbaar Ministerie de opbrengst van de goederen wil gebruiken voor compensatie van slachtoffers.

De rechtbank heeft echter geoordeeld dat klager als eigenaar van de vorkheftruck en de Volkswagen Golf moet worden beschouwd. Er is geen bewijs dat klager op de hoogte was van de strafbare feiten die tot de inbeslagname hebben geleid. De rechtbank heeft daarom het klaagschrift gegrond verklaard en gelast dat de inbeslaggenomen goederen aan de klager worden teruggegeven. De beslissing is genomen in het belang van de rechtszekerheid en de belangen van de klager, waarbij de rechtbank heeft overwogen dat het belang van strafvordering niet in de weg staat aan de teruggave van de goederen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Middelburg
parketnummer: 02-027057-22
rk.nummer: 22-008051
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager] BV,
[adres] ,
vertegenwoordigd door de heer [naam] ,
hierna te noemen: de klager.
Beslagene is: [beslagene],
geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres]

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • de kennisgevingen van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 15 december 2021 onder beslagene een personenauto type Mercedes-Benz E320 Cdi in beslag is genomen, op 16 december 2021 een vorkheftruck Still Gas (hierna: de heftruck)en op 20 december 2021 een personenauto met [chassisnummer] ;
  • de vordering machtiging conservatoir beslag van 1 februari 2022 om voornoemde drie voorwerpen ook conservatoir in beslag te nemen, waaruit ook blijkt dat de laatste personenauto een Volkswagen betreft (de Volkswagen Golf);
  • de machtiging conservatoir beslag van de rechter-commissaris van 2 februari 2022;
  • het klaagschrift ingevolge artikel 552a Sv, ingediend op 12 april 2022 ter griffie van deze rechtbank;
  • de reactie van de officier van justitie.
Op de raadkamer van 7 juli 2022 zijn de officier van justitie, mr. G. Smid, klager en beslagene gehoord.
Beslagene en klager stellen zich op het standpunt dat de heftruck en de Volkswagen Golf aan klager toebehoren. Klager verzoekt tot opheffing van het gelegde beslag met last tot teruggave van de genoemde goederen aan de klager.
De officier van justitie verzet zich tegen teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen aan de klager en heeft daartoe aangevoerd dat er conservatoir beslag ligt, omdat het Openbaar Ministerie de opbrengst van de goederen wil gebruiken om de slachtoffers te kunnen compenseren. Het onderzoek is nog in volle gang en het is aan de zittingsrechter om alsdan een beslissing over het beslag te nemen.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend en klager is ontvankelijk in het klaagschrift.
De rechtbank overweegt als volgt.
Klager heeft met stukken bij het klaagschrift en ter zitting genoegzaam aangetoond dat de vorkheftruck en de Volkswagen Golf aan hem toebehoren en niet aan de beslagene. Naar het oordeel van de rechtbank is buiten redelijke twijfel dat klager als eigenaar/rechthebbende van de vorkheftruck en de Volkswagen Golf moet worden beschouwd. De rechtbank zal het beklag gegrond verklaren en teruggave aan de klager gelasten.
Daarnaast doet zich niet de situatie voor als bedoeld in art. 94a, vierde of vijfde lid, Sv, zodat het beklag gegrond moet worden verklaard.
Weliswaar rust ook nog steeds beslag ex artikel 94 Sv op voornoemde vorkheftruck en Volkswagen Golf, maar dat staat niet in de weg aan voornoemde teruggave. Zoals hiervoor overwogen is klager rechthebbende. Niet gebleken is dat klager bekend was met - voor zover daar al sprake van is - verkrijging van voornoemde goederen door middel van het strafbare feit of met het gebruik of de bestemming in verband daarmede, dan wel die verkrijging, dat gebruik of die bestemming redelijkerwijs had kunnen vermoeden. Het is daarom hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter later oordelend de verbeurdverklaring van die goederen uit zal spreken. Het belang van strafvordering verzet zich daarom niet tegen teruggave.
De rechtbank zal het klaagschrift dan ook gegrond verklaren en teruggave aan de klager gelasten.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart het beklag gegrond en gelast de teruggave aan de klager van:
-een vorkheftruck, merk/type: Still Gas, kleur: oranje, Goednummer: PL2000-2021295919-2409209, PV-/Depnr [nummer 1] Vlgnr 2;
-een personenauto, [motornummer] , Goednummer: PL2000-2021295919-2410596: PV-/Depnr [nummer 2] Vlgnr 3.
Deze beslissing is op 21 juli 2022 gegeven door mr. R.J.H. de Brouwer, rechter, in tegenwoordigheid van I.L. Bruijnooge, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 juli 2022.
De griffier is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).