Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de kennisgevingen van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 15 december 2021 onder beslagene een personenauto type Mercedes-Benz E320 Cdi in beslag is genomen, op 16 december 2021 een vorkheftruck Still Gas (hierna: de heftruck)en op 20 december 2021 een personenauto met [chassisnummer] ;
- de vordering machtiging conservatoir beslag van 1 februari 2022 om voornoemde drie voorwerpen ook conservatoir in beslag te nemen, waaruit ook blijkt dat de laatste personenauto een Volkswagen betreft (de Volkswagen Golf);
- de machtiging conservatoir beslag van de rechter-commissaris van 2 februari 2022;
- het klaagschrift ingevolge artikel 552a Sv, ingediend op 12 april 2022 ter griffie van deze rechtbank;
- de reactie van de officier van justitie.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).