Uitspraak
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
[eiser sub 3],
[eiser sub 4],
[eiser sub 5],
1.De procedure
b. de brief van 11 november 2022 namens [eisers] met aanvullende producties 11 tot en met 13;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 28 december 2022 vonnis gewezen in een geschil tussen een groep eisers, die als verhuurder optreden, en een gedaagde, die als huurder van een woning fungeert. De eisers vorderen de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, alsook betaling van een contractuele boete wegens vermeende tekortkomingen van de gedaagde. De gedaagde wordt beschuldigd van geluidsoverlast en verboden wapenbezit, waarbij een incident op 22 februari 2022, waarbij met een alarmpistool werd geschoten, centraal staat. De eisers stellen dat dit gedrag hen noopte tot het starten van de procedure.
Tijdens de mondelinge behandeling op 25 november 2022 heeft de gedaagde betwist dat hij tekortgeschoten is in zijn verplichtingen als huurder. Hij ontkent de geluidsoverlast en stelt dat het incident een eenmalige gebeurtenis was, veroorzaakt door persoonlijke omstandigheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de geluidsoverlast onvoldoende is onderbouwd door de eisers, terwijl het verboden wapenbezit wel is erkend. De rechter oordeelt dat de tekortkoming van de gedaagde, hoewel ernstig, niet voldoende is om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen, gezien de omstandigheden van het incident.
De kantonrechter heeft de vordering tot ontbinding en ontruiming afgewezen, maar heeft de gedaagde wel veroordeeld tot betaling van een contractuele boete van € 50,00, te vermeerderen met wettelijke rente, vanaf de datum van het incident. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en de rechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard.