ECLI:NL:RBZWB:2022:8220

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
12 januari 2023
Zaaknummer
22-023294
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake teruggave inbeslaggenomen goed

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 december 2022 uitspraak gedaan op een klaagschrift van een klager, die zijn in beslag genomen telefoon, een blauwe iPhone 13 pro, terugvorderde. Het klaagschrift was ingediend op 17 oktober 2022 en de behandeling vond plaats in raadkamer op 7 december 2022. De klager was niet verschenen, maar zijn gemachtigd raadsvrouw, mr. A.C.M. Tönis, en de officier van justitie, mr. T.C.M. Hendriks, waren aanwezig. De klager voerde aan dat de inbeslagname hem bezwaarlijk viel, omdat er belangrijke inloggegevens op zijn telefoon stonden. De officier van justitie bevestigde echter dat de telefoon al op 27 oktober 2022 aan de klager was teruggegeven, wat de klager niet wist. De rechtbank oordeelde dat het beslag op de telefoon reeds was geëindigd door de teruggave aan de klager, en verklaarde de klager niet-ontvankelijk in zijn klaagschrift. De beslissing werd genomen door rechter mr. R.J.H. Goossens in aanwezigheid van griffier mr. M. van Grinsven en werd uitgesproken tijdens de openbare zitting op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Breda
parketnummer: /
rk.nummer: 22-023294
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager]
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats]
woonplaats kiezende ten kantore van mr. J.J.J. van Rijsbergen, Parkstraat 10 te 4818 SJ Breda
hierna te noemen: klager.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • het klaagschrift ingevolge artikel 552a Sv, ingediend op 17 oktober 2022 ter griffie van deze rechtbank;
  • het verweerschrift van de officier van justitie; en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Het klaagschrift is behandeld in raadkamer op 7 december 2022. Gehoord zijn de officier van justitie mr. T.C.M. Hendriks en mr. A.C.M. Tönis als gemachtigd waarnemend raadsvrouw van klager.
Klager is behoorlijk opgeroepen, maar niet bij de behandeling van het klaagschrift verschenen.
Het klaagschrift strekt tot opheffing van het gelegde beslag met last tot teruggave aan klager. Daartoe is aangevoerd dat onder klager een blauwe iPhone 13 pro in beslag is genomen, waarvan hij eigenaar is. Voorts is aangevoerd dat klager wordt bezwaard door de inbeslagneming en het voortduren daarvan. In de telefoon van klager staan tal van belangrijke inloggegevens voor (overheids)diensten. Naar het oordeel van klager verzet het belang van strafvordering zich niet tegen de gevraagde teruggave. Verzocht wordt dan ook het klaagschrift gegrond te verklaren.
De officier van justitie heeft in raadkamer bevestigd dat de inbeslaggenomen telefoon reeds op 27 oktober 2022 is teruggegeven aan klager.
De raadsvrouw heeft in raadkamer opgemerkt dat zij hiervan niet op de hoogte was.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend.
Namens klager is verzocht om de teruggave te gelasten van de inbeslaggenomen telefoon. De rechtbank stelt vast dat het beslag op de telefoon reeds is geëindigd door teruggave van het goed aan klager. In de stukken bevindt zich immers een ontvangstbewijs waaruit blijkt dat klager op 27 oktober 2022 zijn telefoon uit handen van de politie heeft ontvangen. Klager heeft voor de ontvangst van zijn telefoon getekend. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn klaagschrift gericht tegen het op grond van artikel 94 Sv gelegde beslag.

3. De beslissing

De rechtbank verklaart
- klager niet-ontvankelijk in zijn klaagschrift.
Deze beslissing is op 21 december 2022 gegeven door mr. R.J.H. Goossens, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M. van Grinsven, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 december 2022.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).