Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Wereldhave Nederland B.V.,
Van Haren Schoenen B.V.,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 21 december 2022 een beschikking gegeven op een verzoek ingevolge artikel 7:291 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het verzoek is ingediend door Wereldhave Nederland B.V., vertegenwoordigd door de heer P.A.M. Polman, en Van Haren Schoenen B.V., vertegenwoordigd door de heren R.M.J.A. Vos en J.P.R. Sterk. De partijen hebben gezamenlijk verzocht om goedkeuring van afwijkende bedingen in hun huurovereenkomst betreffende een bedrijfsruimte in Roosendaal. De huurovereenkomst heeft een looptijd van tien jaar, ingaande op 1 oktober 2015, met een mogelijkheid tot verlenging van vijf jaar na afloop van de termijn. De partijen hebben afgesproken dat gedurende de looptijd van de huurovereenkomst geen huurprijsherzieningsprocedure kan worden gestart.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het beding waarvoor goedkeuring wordt gevraagd, de rechten van de huurder niet wezenlijk aantast. De huurovereenkomst bevat een minimumhuurprijs en de huur is afhankelijk van de gerealiseerde omzet, wat in het voordeel van de huurder werkt. De kantonrechter oordeelt dat de huurder pas een hogere huurprijs hoeft te betalen indien de omzet dat rechtvaardigt, en dat een eventuele daling van de omzet ook leidt tot een lagere huurprijs. Bovendien heeft de huurder een huurvrije periode ontvangen.
Op basis van deze overwegingen heeft de kantonrechter besloten de goedkeuring te verlenen voor het afwijkende beding in de huurovereenkomst. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Deze beschikking is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.