ECLI:NL:RBZWB:2022:8103

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 december 2022
Publicatiedatum
3 januari 2023
Zaaknummer
10190074_E14122022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en teruggave van een piano met afwijzing van machtiging tot zelfteruggave

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 december 2022, heeft eiser, vertegenwoordigd door Gerechtsdeurwaarderskantoor G.J. van Velzen, een vordering ingediend tegen gedaagde, die niet is verschenen. De vordering betreft de ontbinding van een huurovereenkomst voor een August Forster A104 piano en de teruggave daarvan. Eiser heeft meerdere vorderingen ingediend, waaronder de ontbinding van de huurovereenkomst, een bevel tot teruggave van de piano, en veroordelingen tot betaling van huur en kosten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde niet is verschenen, ondanks een behoorlijke dagvaarding. De rechter heeft de vordering van eiser toegewezen, met uitzondering van de gevorderde machtiging om de piano zelf terug te halen, wat is afgewezen wegens gebrek aan wettelijke basis. De rechter heeft ook de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat niet is aangetoond dat aan de wettelijke vereisten is voldaan. De rechter heeft de kosten van het geding begroot op € 553,22 en gedaagde veroordeeld in deze kosten.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de huurovereenkomst met ingang van de dag na de uitspraak wordt ontbonden, gedaagde wordt veroordeeld om de piano binnen twee weken terug te geven, en gedaagde moet aan eiser een bedrag van € 550,00 aan huur betalen, vermeerderd met rente. De rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 10190074 CV EXPL 22-3270
vonnis d.d. 14 december 2022
inzake
[eiser],
wonende en zaakdoende te [plaats] ,
eiser,
gemachtigde: Gerechtsdeurwaarderskantoor G.J. van Velzen te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonadres] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 4 november 2022 met producties.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1
Eiser heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, het volgende voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad gevorderd:
1. de tussen partijen bestaande huurovereenkomst met recht van koop van een August Forster A104 piano wit zijdeglans met [serienummer] te ontbinden althans ontbonden te verklaren;
2. gedaagde te bevelen om het gehuurde binnen drie dagen na betekening van het te wijzen vonnis aan eiser terug te geven en eiser te machtigen bij gebrek aan voldoening aan dat bevel het gehuurde zelf terug te halen met behulp van politie en justitie, ongeacht waar het gehuurde zich alsdan zal bevinden en dan met veroordeling van gedaagde in de kosten van transport van € 235,00, inclusief btw;
3. gedaagde te veroordelen om aan eiser tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 550,00 aan huur, te vermeerderen met de samengestelde wettelijke rente daarover vanaf 4 november 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, onder aftrek van de dagwaarde van de vleugel op de dag van retournering daarvan;
4. gedaagde te veroordelen om aan eiser tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 25,00 aan huur voor de termijn oktober 2022 indien dat bedrag alsnog wordt gestorneerd;
5. gedaagde te veroordelen om aan eiser tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 48,40 aan buitengerechtelijke incassokosten;
6. gedaagde te veroordelen in de proceskosten, hieronder begrepen het salaris van de gemachtigde en voorts gedaagde te veroordelen tot betaling van nakosten.
2.2
Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen deze verstek is verleend.
2.3
Nu de vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal deze worden toegewezen, behoudens het volgende.
2.4
De afgiftetermijn zal gelden als hierna te bepalen. De kosten van afgifte van het gehuurde aan eiser zullen voor rekening van gedaagde komen.
2.5
De kantonrechter zal de gevorderde machtiging van eiser om de teruggave zelf te doen bewerkstelligen, desnoods met inroeping van de sterke arm, afwijzen. Een wettelijke basis voor toewijzing van dit gedeelte van de vordering ontbreekt.
2.6
Eiser maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde vergoeding komt echter niet voor toewijzing in aanmerking, nu niet gebleken is dat in de aanmaning aan gedaagde een betalingstermijn van 14 dagen is gegeven ingaande de dag na ontvangst daarvan, zoals vereist door artikel 6:96 lid 6 BW
.In dit verband wordt verwezen naar de uitspraak van de Hoge Raad van 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2704.
2.7
De gevorderde nakosten zullen voorwaardelijk worden toegewezen, voor zover nakosten gemaakt zullen worden en gedaagde niet vrijwillig binnen veertien dagen na aanschrijving van eiser aan de veroordeling in het vonnis heeft voldaan. De nakosten zullen worden begroot conform landelijk beleid tot een half salarispunt (met een maximum van € 124,00), zijnde een bedrag van € 62,00.
2.8
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze proceskosten worden tot op heden begroot op:
- explootkosten € 107,22
- salaris gemachtigde € 124,00
- griffierecht € 322,00
------------
totaal € 553,22

3.De beslissing

De kantonrechter:
- ontbindt tussen partijen met ingang van de dag na heden de huurovereenkomst met recht
van koop van een August Forster A104 piano wit zijdeglans met [serienummer] ;
- veroordeelt gedaagde om op zijn kosten het gehuurde binnen twee weken na betekening van dit vonnis aan eiser terug te geven;
- veroordeelt gedaagde om aan eiser tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 550,00 aan huur, te vermeerderen met de samengestelde wettelijke rente daarover vanaf 4 november 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, onder aftrek van de dagwaarde van de vleugel op de dag van retournering daarvan;
- veroordeelt gedaagde om aan eiser tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 25,00 aan huur voor de termijn oktober 2022 indien dat bedrag alsnog is gestorneerd;
- veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, aan de zijde van eiser tot op heden
begroot op € 553,22;
- veroordeelt gedaagde onder de voorwaarde dat hij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door eiser volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 62,00 aan salaris voor de gemachtigde van eiser;
verklaart de hiervoor uitgesproken veroordelingen tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2022, in tegenwoordigheid van de griffier.