Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 december 2022 in de zaak tussen
[naam eiser 1] en [naam eiser 2] , uit [plaatsnaam 1] , eisers
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie
Beslissing
.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg om een omgevingsvergunning te verlenen voor het creëren van een benedenwoning in het pand aan de [adres] 172 te [plaatsnaam 2]. De aanvraag voor de vergunning werd aanvankelijk buiten behandeling gesteld, maar na een bezwaarschrift heeft het college de aanvraag inhoudelijk behandeld en geweigerd. De rechtbank heeft het beroep op 18 november 2022 behandeld, waarbij alleen de gemachtigden van het college aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het college op goede gronden heeft geweigerd de omgevingsvergunning te verlenen. De eisers stelden dat wonen op de begane grond volgens het bestemmingsplan is toegestaan, maar de rechtbank concludeert dat het aangevraagde plan niet past binnen de woonbestemming van het bestemmingsplan. De rechtbank wijst erop dat het splitsen van een grondgebonden woning in twee zelfstandige woonruimten in strijd is met de bestemmingsplanregels. De eisers hebben ook verzocht om de huurovereenkomst met de huurder van de bovenwoning te beëindigen, maar de rechtbank stelt dat zij niet bevoegd is om privaatrechtelijke huurovereenkomsten te ontbinden.
De rechtbank concludeert dat het college niet onredelijk heeft gehandeld door de vergunning te weigeren, en dat de belangen van de eisers niet zwaarder wegen dan het belang van het college om vast te houden aan het bestemmingsplan. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.A. Karsten-Badal en openbaar gemaakt op 30 december 2022.