ECLI:NL:RBZWB:2022:8071
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake uitkering op grond van de Wet WIA
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 27 december 2022, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres stelde dat verweerder niet tijdig had beslist op haar bezwaar, dat zij op 9 maart 2022 had ingediend. De rechtbank oordeelde dat verweerder de beslistermijn had overschreden, aangezien de termijn voor het nemen van een besluit op bezwaar was verstreken. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen en heeft een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 50,- en de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 379,50. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maximale bestuurlijke dwangsom is verbeurd, maar heeft geen aanleiding gezien om zelf de bestuurlijke dwangsom vast te stellen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.