In deze zaak heeft eiser, wonende in Duitsland, een vakantiewoning geboekt bij Roompot voor de periode van 28 december 2020 tot 4 januari 2021. Door de coronamaatregelen, die op 8 december 2020 werden aangescherpt, kon Roompot de geboekte villa niet ter beschikking stellen aan het reisgezelschap van eiser, dat uit acht personen bestond. Eiser heeft Roompot verzocht om terugbetaling van de huurprijs van € 1.621,65, maar Roompot weigerde dit en bood de mogelijkheid aan om de boeking om te boeken naar een latere datum. Eiser heeft vervolgens de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden en vorderde betaling van de huurprijs, buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
De rechtbank heeft geoordeeld dat Roompot niet tekortgeschoten is in haar verplichtingen. De overheidsmaatregelen die de huur van de vakantiewoning beperkten, waren van algemene aard en niet te wijten aan een tekortkoming van Roompot. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden van de coronamaatregelen niet als onvoorziene omstandigheden kunnen worden aangemerkt, aangezien de uitbraak van het coronavirus al vier maanden voor de boeking had plaatsgevonden. De rechtbank concludeerde dat Roompot voldoende alternatieven had geboden aan eiser en dat de vordering van eiser niet toewijsbaar was. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de noodzaak om bij het aangaan van overeenkomsten rekening te houden met de mogelijkheid van overheidsmaatregelen en de gevolgen daarvan voor de uitvoering van de overeenkomst. De rechter heeft de vordering van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de kosten van het geding.