ECLI:NL:RBZWB:2022:793

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 februari 2022
Publicatiedatum
17 februari 2022
Zaaknummer
9360154
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huur van een vakantiewoning en de gevolgen van coronamaatregelen op de ontbinding van de huurovereenkomst

In deze zaak heeft eiser, wonende in Duitsland, een vakantiewoning geboekt bij Roompot voor de periode van 28 december 2020 tot 4 januari 2021. Door de coronamaatregelen, die op 8 december 2020 werden aangescherpt, kon Roompot de geboekte villa niet ter beschikking stellen aan het reisgezelschap van eiser, dat uit acht personen bestond. Eiser heeft Roompot verzocht om terugbetaling van de huurprijs van € 1.621,65, maar Roompot weigerde dit en bood de mogelijkheid aan om de boeking om te boeken naar een latere datum. Eiser heeft vervolgens de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden en vorderde betaling van de huurprijs, buitengerechtelijke kosten en proceskosten.

De rechtbank heeft geoordeeld dat Roompot niet tekortgeschoten is in haar verplichtingen. De overheidsmaatregelen die de huur van de vakantiewoning beperkten, waren van algemene aard en niet te wijten aan een tekortkoming van Roompot. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden van de coronamaatregelen niet als onvoorziene omstandigheden kunnen worden aangemerkt, aangezien de uitbraak van het coronavirus al vier maanden voor de boeking had plaatsgevonden. De rechtbank concludeerde dat Roompot voldoende alternatieven had geboden aan eiser en dat de vordering van eiser niet toewijsbaar was. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt de noodzaak om bij het aangaan van overeenkomsten rekening te houden met de mogelijkheid van overheidsmaatregelen en de gevolgen daarvan voor de uitvoering van de overeenkomst. De rechter heeft de vordering van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de kosten van het geding.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiele kantonzaken
Middelburg
zaak/rolnr.: 9360154/21-2176

vonnis d.d. 2 februari 2022

inzake

[eiser],

wonende te [woonplaats eiser], Duitsland,
eisende partij,
verder te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. C.R.T.M. van Ninhuijs,
t e g e n :
de besloten vennootschap
ROOMPOT SERVICE B.V.,
gevestigd te Goes,
gedaagde partij,
verder te noemen: Roompot,
gemachtigde: mr. S. Wiersma-Helal.

het verloop van de procedure

De procedure is als volgt verlopen:
- dagvaarding van 25 juni 2021,
- conclusies van antwoord, repliek en dupliek.

de beoordeling van de zaak

1.1.
[eiser] heeft op 16 juli 2020 bij Roompot een verblijf geboekt in een villa voor acht personen op het vakantiepark “De Katjeskelder” voor de periode van 28 december 2020 tot 4 januari 2021. [eiser] heeft het verschuldigde bedrag van € 1.621,65 betaald aan Roompot.
1.2.
Bij e-mail van 9 december 2020 verzocht [eiser] aan Roompot hem het betaalde terug te betalen. Volgens de Nederlandse regels moesten mensen bij hun komst uit Duitsland in Nederland voor 10 dagen in quarantaine en volgens de Duitse regels moesten zij bij terugkeer in Duitsland in quarantaine blijven in afwachting van de uitslag van een coronatest. Roompot reageerde met de mededeling geen geld terug te betalen. Zij wees op de mogelijkheid om het verblijf om te boeken naar een latere datum.
1.3.
In latere correspondentie is namens [eiser] door een Duitse advocaat en door zijn gemachtigde gevraagd om terugbetaling van € 1.621,65. Roompot reageerde steeds afwijzend.
2.1.
[eiser] vordert, samengevat:
a. de verklaring voor recht dat de overeenkomst betreffende het vakantieverblijf, tussen partijen gesloten, op 16 juli 2020 buitengerechtelijk is ontbonden (naar de kantonrechter begrijpt, is bedoeld: tussen partijen gesloten op 16 juli 2020, buitengerechtelijk is ontbonden), althans de ontbinding van deze overeenkomst,
b. de veroordeling van Roompot tot betaling van € 1.621,65 met wettelijke rente,
c. de veroordeling van Roompot tot betaling van € 294,33 aan buitengerechtelijke kosten,
d. de veroordeling van Roompot in de proceskosten, de nakosten en de wettelijke rente daarover.
2.2.
Als grond voor de vorderingen a en b voert [eiser] aan dat als gevolg van de afkondiging op 8 december 2020 van aangescherpte corona-maatregelen van de overheid Roompot niet meer aan haar verbintenis kon voldoen. Het was haar niet toegestaan om de geboekte villa ter beschikking te stellen aan het reisgezelschap van acht personen uit vier huishoudens. [eiser] is terecht overgegaan tot buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst tussen partijen. Roompot is verplicht tot betaling van € 1.621,65.
2.3.
Roompot voert het verweer dat hierna aan de orde komt.
3.1.
Het geschil gaat over huur van een vakantiewoning in Nederland. Op grond van artikel 24 Brussel I bis-Verordening heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht. De toepasselijkheid van Nederlands recht volgt uit artikel 4 Rome I-Verordening.
3.2.
Roompot betwist dat zij is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst. Subsidiair stelt zij dat haar tekortkoming de ontbinding van de overeenkomst met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
3.3.
Als bij wijze van veronderstelling wordt aangenomen dat Roompot is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen, slaagt dit subsidiaire verweer.
3.4.
Slechts een tekortkoming van voldoende gewicht geeft recht op de ontbinding van de overeenkomst. Bij de beantwoording van de vraag of de tekortkoming voldoende gewicht heeft, zijn van belang de bijzondere aard of geringe betekenis van de tekortkoming en de gevolgen van de ontbinding. Daarnaast kunnen alle overige omstandigheden van het geval van belang zijn. In het bijzonder worden de volgende omstandigheden in aanmerking genomen.
3.5.
De overheidsmaatregelen ter bestrijding van de coronapandemie beperken de praktische mogelijkheden van [eiser] om het gehuurde te gebruiken in overeenstemming met wat hem voor ogen stond bij het aangaan van de huurovereenkomst. Deze beperking is een gevolg van uitzonderlijke, de volksgezondheid betreffende omstandigheden van algemene aard die verstrekkende gevolgen hebben voor de gehele maatschappij. De beperking heeft geen betrekking op een gebrek aan het gehuurde zelf.
3.6.
Hoewel voor ontbinding van een overeenkomst wegens een tekortkoming niet vereist is dat de tekortkoming toerekenbaar is aan de schuldenaar, weegt in dit geval mee dat de gestelde tekortkoming niet is te wijten aan schuld van Roompot, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen (geheel) voor haar rekening komt.
3.7.
[eiser] stelt het gehuurde te hebben geboekt voor acht personen uit vier huishoudens. In de periode van de huur gold in Nederland het dringende advies thuis maximaal drie personen als bezoek te ontvangen. Verondersteld mag worden dat dit advies ook gold voor de ontvangst van bezoek in een gehuurde vakantiewoning. In zijn e-mail van 9 december 2020 aan Roompot schreef [eiser] onder meer:

Umbuchungen auf einen anderen Park in Deutschland ist wegen deutscher Regelungen über Zusammenkünfte von mehr als 4 Personen aus zwei Haushalten nicht möglich: wir sind 8 Personen aus 4 Haushalten.
Hieruit volgt dat zowel in Nederland als in Duitsland het niet in overeenstemming was met de coronamaatregelen van de overheid om naar de wens van [eiser] met acht personen uit vier huishoudens in een woning te verblijven.
3.8.
Onder deze omstandigheden mag [eiser] als huurder niet verlangen dat Roompot als verhuurder hem volledig vrijwaart voor de beperking die voortvloeit uit de overheidsmaatregelen ter bestrijding van de coronapandemie om het gehuurde overeenkomstig de verwachting te gebruiken. Daarmee laat zich moeilijk rijmen dat de huurovereenkomst geheel wordt ontbonden met als gevolg dat [eiser] recht heeft op volledige terugbetaling van de huurprijs.
3.9.
Ondanks de corona-maatregelen was het vakantiepark niet gesloten. Verhuur van woningen op het park was niet verboden. Roompot stelt onweersproken aan [eiser] drie opties te hebben voorgehouden:
- naar het park komen tijdens het geboekte verblijf,
- de boeking omboeken voor een verblijf in een andere periode op een park naar keuze van [eiser],
- de boeking annuleren op grond van de algemene voorwaarden, waarbij 10% van de boekingssom zou worden gerestitueerd.
3.10.
Met dit aanbod en in het bijzonder de mogelijkheid om de gemaakte boeking om te boeken voor een verblijf in een andere periode op een park naar keuze, heeft Roompot in de gegeven omstandigheden een redelijk en evenwichtig alternatief geboden. Met dit aanbod is ook ondervangen het nadeel dat de acht personen die in het gehuurde zouden verblijven in quarantaine zouden moeten gaan als gevolg van het reizen Duitsland naar Nederland en weer terug. Die quarantaine zal niet nodig zijn bij omboeking in een verblijf op een vakantiepark van Roompot in Duitsland.
3.11.
Destijds stond op de website van de rijksoverheid het bericht:

Wilt u uw vakantie annuleren? Als een locatie open is, dan kan de aanbieder in principe de dienst leveren en moet u gewoon betalen. Kan een locatie niet bezocht worden vanwege coronamaatregelen? Dan is het advies om in overleg met de verhuurder tot een goede oplossing te komen. Bijvoorbeeld als u met een groep bent van meer dan 2 personen die niet op hetzelfde adres wonen.
Met haar aanbod handelde Roompot in lijn met dit advies.
3.12.
Indien wordt aangenomen dat Roompot is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst, rechtvaardigt de tekortkoming in dit geval niet de ontbinding van de overeenkomst met haar gevolgen.
3.13.
Voor het eerst bij conclusie van repliek beroept [eiser] zich op onvoorziene omstandigheden als grondslag van zijn vorderingen.
3.14.
De rechter kan op vordering van de huurder de gevolgen van een huurovereenkomst wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de verhuurder naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten.
3.15.
Een onvoorziene omstandigheid is een omstandigheid die op het moment van totstandkoming van de overeenkomst nog in de toekomst is gelegen en die daarin niet is verdisconteerd.
3.16.
De huurovereenkomst is gesloten op 16 juli 2020, dat is vier maanden nadat de uitbraak van het coronavirus in Nederland (evenals in Duitsland) had geleid tot maatregelen van de overheid tegen dat virus. Anders dan vóór medio maart 2020 het geval was, kon het rondwaren van het virus in Nederland op 16 juli 2020 niet worden aangemerkt als een omstandigheid die onvoorzien was. Hetzelfde geldt voor het bestaan van ingrijpende maatregelen van de overheid tegen het coronavirus. Dat in de zomer van 2020 de maatregelen minder ingrijpend waren dan eerder het geval was, brengt niet mee dat de strengere maatregelen die golden in december 2020 en januari 2021 als onvoorzien kunnen gelden.
3.17.
Afgezien daarvan is van belang dat Roompot met haar aanbod als bedoeld onder 3.9 voldoende is tegemoet gekomen aan de belangen van [eiser] door de gevolgen van de gesloten huurovereenkomst te wijzigen. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid kan (een aanbod tot) verdergaande wijziging van de gevolgen van de overeenkomst niet van Roompot worden verwacht. In het bijzonder kan niet worden verlangd dat zij de huurprijs terugbetaalt.
3.18.
Uit het voorgaande volgt dat de vordering van [eiser] niet toewijsbaar is.
3.19.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De nakosten, waarvan Roompot betaling vordert, zullen op de in de beslissing weergegeven wijze worden begroot. De gevorderde wettelijke rente over de nakosten zal als volgt worden toegewezen.

de beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding, welke aan de zijde van Roompot tot op heden worden begroot op € 374 wegens salaris van de gemachtigde van Roompot;
veroordeelt [eiser] onder de voorwaarde dat hij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door Roompot volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 83,50 (half salarispunt met een maximum van € 124) aan salaris voor de gemachtigde van Roompot, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving en te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Kool, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 februari 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.