ECLI:NL:RBZWB:2022:7925

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 december 2022
Publicatiedatum
27 december 2022
Zaaknummer
02/800175-16
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 27 december 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een 28-jarige man, aangeduid als betrokkene. Betrokkene is in 2018 veroordeeld voor zware mishandeling van een ambtenaar en is sindsdien onderworpen aan tbs met verpleging van overheidswege. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar behandeld. De rechtbank constateert dat de tbs is aangevangen op 12 december 2018 en dat de termijn van de tbs zonder verlenging zou eindigen op 19 december 2022. De rechtbank heeft de stukken in het dossier bestudeerd, waaronder eerdere veroordelingen, adviezen van de tbs-instelling en rapporten van deskundigen. De tbs-instelling heeft geadviseerd om de tbs te verlengen, omdat betrokkene nog steeds lijdt aan schizofrenie en er een hoog recidivegevaar bestaat bij beëindiging van de tbs. De rechtbank heeft ook de standpunten van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De officier van justitie heeft gepleit voor verlenging, terwijl de verdediging verzocht om een kortere verlenging van één jaar. De rechtbank heeft geoordeeld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist, gezien het nog aanwezige recidivegevaar. De rechtbank heeft besloten de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen, omdat de behandeling van betrokkene nog minimaal twee jaar in beslag zal nemen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/800175-16
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 27 december 2022
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in [tbs-instelling] .
[betrokkene] wordt hierna aangeduid als betrokkene.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 16 november 2018 waarbij betrokkene is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden en de tbs-maatregel met verpleging van overheidswege is opgelegd;
- de vordering van de officier van justitie om de tbs met twee jaar te verlengen, binnengekomen bij de rechtbank op 15 november 2022;
- het verlengingsadvies van [tbs-instelling] (hierna: de tbs-instelling) van 10 november 2022;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gezondheid van betrokkene over de periode september 2020 tot en met november 2022;
- het rapport van [psychiater] van 28 oktober 2022;
- het rapport van [psycholoog] van 24 oktober 2022.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 16 november 2018 is betrokkene veroordeeld voor zware mishandeling van een ambtenaar. Betrokkene heeft een gevangenisstraf van drie maanden en tbs met verpleging van overheidswege opgelegd gekregen. De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is aangevangen op 12 december 2018 en laatstelijk verlengd met twee jaar op 7 januari 2021. Behoudens verlenging eindigt de termijn van de tbs op 19 december 2022.
De vordering tot verlenging van de officier van justitie is door deze rechtbank behandeld ter zitting van 13 december 2022. Ter zitting is de officier van justitie, mr. I.M. Peters, gehoord. Tevens is betrokkene gehoord bijgestaan door zijn raadsman mr. P.M. Rombouts, advocaat te Amsterdam.
Ter zitting is voorts de [deskundige] , hoofd behandeling binnen de tbs-instelling en GZ-psycholoog, telefonisch gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar en heeft het volgende – samengevat en zakelijk weergegeven – gesteld in haar advies.
Betrokkene is een 28-jarige man bij wie sprake is van schizofrenie. Jarenlang werd gesproken over een antisociale persoonlijkheidsontwikkeling, maar terugkijkend kan worden gesteld dat de persoonlijkheidsontwikkeling is beïnvloed ofwel onderbroken door de schizofrene ontwikkeling. De eerdere antisociale gedragingen kunnen worden gezien als voortekenen van de schizofrene ontwikkeling en er kan met enige zekerheid worden gesteld dat de agressie voortkwam uit deze ontwikkeling. Sinds het instellen op antipsychotica is het agressieve en gewelddadige gedrag naar de achtergrond verdwenen. Tevens werden geen op de voorgrond staande antisociale cognities in het dagelijks functioneren meer waargenomen.
Aanvankelijk had betrokkene moeite om het behandelprogramma vol te houden. In overleg is de dosering van het antipsychoticum (Clozapine) meermalen verlaagd. Hij lijkt zich sindsdien beter aan het behandelprogramma en -afspraken te houden. Betrokkene is actiever geworden, al moet hij nog wel regelmatig worden aangespoord. De verlaging van medicatie heeft tot op heden niet geleid tot een toename van achterdocht en/of agressie of een terugval in middelengebruik. Waar eerder in de kliniek nog sprake was van middelengebruik (cannabis), is hier sinds juni 2020 geen sprake meer van.
In november 2021 is een neuropsychologisch onderzoek verricht om meer zicht te krijgen op de cognitieve vaardigheden van betrokkene. De resultaten laten zien dat er beperkingen zijn wat betreft het intellectueel en cognitief functioneren. Betrokkene lijkt gebaat bij herhaling, focus en strategiehantering. Hij heeft externe begeleiding en ondersteuning nodig. Op 25 juli 2022 is de verlofmachtiging verstrekt voor het onbegeleide verlof. Sinds de start van de onbegeleide verloven, is de druk bij betrokkene opgevoerd en wordt er meer verantwoordelijkheid bij hem gelegd. Hierdoor kreeg hij in eerste instantie weer meer last van stemmen en vertoonde hij vreemd gedrag, waaronder praten in zichzelf. Naar aanleiding hiervan is de medicatie uiteindelijk in oktober 2022 met toestemming van betrokkene weer iets opgehoogd, waarna het gedrag normaliseerde. Een gefaseerde geleidelijke uitbreiding van de verantwoordelijkheden en vrijheden blijft dus geïndiceerd. Inmiddels acht de tbs-instelling het functioneren van betrokkene stabiel genoeg om hem in het kader van transmuraal verlof over te plaatsen naar [Forensisch Psychiatrische Afdeling] . Hier is betrokkene aangenomen. Vanuit de FPA zullen de vrijheden en zelfstandigheid verder gefaseerd kunnen worden opgebouwd en zal onderzocht worden welke mate van zelfstandigheid betrokkene aankan zodat het uitstroomtraject verder concreet vormgegeven kan worden. Gelet op de hierboven beschreven ontwikkelingen en voorgenomen koers wordt door de tbs-instelling geadviseerd om de tbs met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaar. Betrokkene staat aan de vooravond van zijn resocialisatietraject en gelet op het feit dat een gefaseerde opbouw is geïndiceerd, zal de resocialisatie meer dan een jaar in beslag nemen. Indien de tbs nu wordt beëindigd, wordt door de tbs-instelling het risico op gewelddadig gedrag op de korte termijn als matig en op de lange termijn als hoog ingeschat.
Ter zitting heeft de [deskundige] daaraan nog het volgende - samengevat en zakelijk weergegeven - toegevoegd. Het gaat goed met betrokkene sinds de ophoging van de medicatie. Er dient aandacht te blijven voor de momenten dat de stress bij betrokkene toeneemt. Verwacht wordt dat de machtiging voor transmuraal verlof binnen 2/2,5 maand kan worden aangevraagd. De risicotaxatie moet nog worden uitgevoerd. Vervolgens is het de bedoeling dat betrokkene na het verkrijgen van de machtiging binnen twee maanden in [Forensisch Psychiatrische Afdeling] wordt geplaatst.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundigen

Uit het rapport van [psychiater] komt het volgende – samengevat en zakelijk weergegeven – naar voren. Er is bij betrokkene sprake van schizofrenie en een stoornis in alcohol- en cannabisgebruik, inmiddels in langdurige remissie. Antisociaal gedrag in het verleden blijft een aandachtspunt gezien hier opnieuw sprake van kan zijn bij een psychose en/of terugval in gebruik van middelen. Bij een beëindiging van de tbs, vallen er belangrijke beschermende factoren weg en komen een aantal risicofactoren (zoals toename risico op psychotische ontregeling en middelengebruik) in beeld zodat het recidiverisico kan oplopen naar hoog op de middellangere termijn. Gezien de recente ervaringen en de recente start met onbegeleid verlof, zal de overplaatsing naar [Forensisch Psychiatrische Afdeling] en de uitbreiding van vrijheden in combinatie met de toegenomen verwachtingen die aan betrokkene worden gesteld, nog geëvalueerd moeten worden. De medicatie dient verhoogd te worden zodat sprake is van een adequate bloedspiegel in combinatie met een stabiel klinisch beeld en te accepteren bijwerkingen. Dit zal tijd vergen. Belangrijk zal zijn dat betrokkene stabiel en belastbaar is om de overgang te kunnen maken. Op den duur zal gedacht kunnen worden aan een proefverloffase voordat een voorwaardelijke beëindiging van de tbs aan de orde zal zijn. Dit zal allemaal nog genoeg tijd in beslag nemen zodat de psychiater heeft geadviseerd om de tbs met twee jaar te verlengen.
Uit het rapport van [psycholoog] komt het volgende – samengevat en zakelijk weergegeven – naar voren. Er is bij betrokkene sprake van schizofrenie en stoornissen in het gebruik van alcohol en cannabis. Deze zijn in remissie binnen gereguleerde omstandigheden. Indien de tbs wordt beëindigd en betrokkene zonder steun en toezicht in de samenleving komt, dan is sprake van een hoog risico op gewelddadig gedrag. De komende periode kan benut worden om de onbegeleide verlofmarge van betrokkene uit te breiden in de aanloop naar de overplaatsing naar [Forensisch Psychiatrische Afdeling] . Verder blijft het aangewezen om het medicatiebeleid te blijven monitoren. Het blijft schipperen om een goede balans te vinden tussen een hogere dosering antipsychotische medicatie (die positieve symptomen doet verminderen, maar ook inactief maakt en deelname aan behandeling belemmert) en een lage dosering (die actiever maakt, maar het functioneren ook psychotischer maakt). Geadviseerd wordt om de tbs met verpleging van overheidswege te verlengen voor de duur van twee jaar. Niet verwacht kan worden dat over een jaar de behandeling in die mate is gevorderd, dat dan een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging of andere afschaling van de tbs aan de orde kan zijn.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven. Aan de formele vereisten voor een verlenging is voldaan.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij de afgelopen jaren stappen heeft gemaakt en dat hij graag de positieve ontwikkelingen in zijn leven voortzet. De medicatie helpt hem en hij heeft er vrede mee dat hij de rest van zijn leven afhankelijk zal blijven van die medicatie.
De raadsman heeft zich ten aanzien van de vraag of de tbs met verpleging van overheidswege dient te worden verlengd, gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Door de raadsman is verzocht om de termijn van de verlenging te beperken tot één jaar. Betrokkene heeft afgelopen jaren veel stappen gezet en het is wenselijk dat na de overplaatsing er een vinger aan de pols wordt gehouden in de zin van een toetsingsmoment over één jaar.

7.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens.
Uit het verlengingsadvies van de tbs-instelling en uit de rapporten van de psychiater en de psycholoog blijkt dat bij betrokkene nog steeds sprake is van een ziekelijke stoornis. Tevens wordt het recidiverisico bij een beëindiging van de tbs-maatregel op dit moment ingeschat als hoog. Er is dus nog altijd sprake van gevaar voor de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, waardoor verlenging van de tbs-maatregel is vereist.
De rechtbank overweegt dat betrokkene in de afgelopen jaren positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt en vooruitgang heeft geboekt. Hoewel betrokkene zeker stappen in de goede richting heeft gezet, zijn er ook nog belangrijke stappen te zetten in zijn verdere (resocialisatie)traject. Betrokkene zal binnen afzienbare tijd middels transmuraal verlof worden overgeplaatst naar [Forensisch Psychiatrische Afdeling] . Het is daarbij van belang om de overplaatsing en uitbreiding van vrijheden in een rustig en gefaseerd tempo te laten verlopen zodat een terugval in agressie en psychotische klachten kunnen worden voorkomen. De deskundigen hebben eensluidend geconcludeerd dat de behandeling van betrokkene nog minimaal twee jaar in beslag zal nemen. Een verlenging van één jaar zoals door de raadsman verzocht, zal betrokkene dus uiteindelijk alleen maar valse hoop opleveren. Bovendien geldt ten aanzien van de duur van de verlenging als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de maatregel met één jaar, de termijn dient te worden verlengd met twee jaar. De rechtbank ziet gezien haar overwegingen, geen reden om van laatstgenoemd uitgangspunt af te wijken en zal de tbs met twee jaar verlengen.

8.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. D. van Kralingen, voorzitter, mr. M.H.M. Collombon en mr. A.L. Hoekstra, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. J.C.M. de Haas en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 december 2022.