ECLI:NL:RBZWB:2022:790
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure omtrent vergunningaanvraag voor uitbreiding kinderdagverblijf in strijd met bestemmingsplan
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 maart 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiseres, die een vergunningaanvraag had ingediend voor de uitbreiding van een kinderdagverblijf, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout. De eiseres had op 30 juni 2020 een aanvraag ingediend voor de uitbreiding van haar kinderdagverblijf aan de [adres 1] 9 te [plaatsnaam]. Het college heeft deze aanvraag op 12 november 2020 buiten behandeling gesteld, omdat deze niet voldeed aan de indieningsvereisten. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 23 april 2021. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft op 26 januari 2022 de zaak behandeld. Eiseres voerde aan dat de vergunning van rechtswege was verleend, omdat het college niet binnen acht weken op de aanvraag had beslist. De rechtbank oordeelde echter dat het college de ontvangst van de aanvraag had bevestigd en dat de behandeling was opgeschort vanwege ontbrekende informatie. De rechtbank concludeerde dat het primaire besluit tijdig was genomen en dat de vergunning niet van rechtswege was verleend.
Daarnaast heeft de rechtbank overwogen dat de aanvraag niet voldeed aan de eisen van het bestemmingsplan, dat een kinderdagverblijf op het betreffende perceel niet is toegestaan. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.