ECLI:NL:RBZWB:2022:7890

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 december 2022
Publicatiedatum
23 december 2022
Zaaknummer
02/273986-19
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke ISD-maatregel en wijziging van voorwaarden

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 december 2022 uitspraak gedaan over de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke ISD-maatregel tegen een betrokkene, geboren in 1981. De officier van justitie had gevorderd de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders, die was opgelegd bij vonnis van 25 juni 2020. De betrokkene had zich echter niet gehouden aan de voorwaarden van de ISD-maatregel, waaronder het melden bij de reclassering en het ondergaan van een klinische behandeling. Tijdens de zitting op 8 december 2022 werd de betrokkene gehoord, bijgestaan door haar raadsman, en gaven deskundigen van de reclassering hun visie op de situatie van de betrokkene. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de betrokkene de voorwaarden had overtreden, er bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen. De rechtbank nam in overweging dat de betrokkene sinds het laatste rapport van de reclassering geen nieuwe strafbare feiten had gepleegd en positieve ontwikkelingen had doorgemaakt, zoals het verkrijgen van een eigen woning en het aanvragen van een uitkering. De rechtbank besloot de vordering van de officier van justitie af te wijzen, de voorwaarden te wijzigen en de proeftijd met een jaar te verlengen, zodat de betrokkene de kans kreeg om haar positieve ontwikkelingen voort te zetten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/273986-19
beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen:
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1981 te [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [woonadres] ,
hierna betrokkene genoemd.

1.De procedure

De officier van justitie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van een eerder voorwaardelijk opgelegde maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders
(hierna: de ISD-maatregel)voor de duur van twee jaren.
De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
- het vonnis van 25 juni 2020 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (zittingslocatie Breda), waarbij voormelde straf is opgelegd;
- het advies van reclasseringsinstelling Novadic-Kentron d.d. 29 juni 2022;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 16 november 2022;
- het Uittreksel Justitiële Documentatie van [betrokkene] van 18 november 2022.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 8 december 2022 is de officier van justitie, mr. T.C.M. Hendriks, in de gelegenheid gesteld zijn standpunt naar voren te brengen. Daarnaast is betrokkene gehoord, bijgestaan door haar raadsman mr. J.H.E.M. Kersemaekers, advocaat te Breda. Voorts hebben de deskundigen [reclasseringswerker 1] en [reclasseringswerker 2] , reclasseringswerkers bij Novadic-Kentron, hun visie gegeven over het behandeltraject en het advies nader toegelicht.

2.Het oorspronkelijke vonnis

Betrokkene is bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, van 25 juni 2020, een voorwaardelijke ISD-maatregel opgelegd voor de duur van twee jaren, met een proeftijd van twee jaar, onder de volgende voorwaarden, dat betrokkene:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit, medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
* zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd zal melden bij GGZ ERW Novadic-Kentron op het adres Korte Raamstraat 3 te Breda en zich daarna zal blijven melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt, waarbij zij zich zal houden aan de afspraken en aanwijzingen die de reclassering haar geeft;
* zich zal laten opnemen op de afdeling Dubbele Diagnose van de GGZ Westelijk Noord-Brabant of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing, welke opname zo spoedig mogelijk zal starten en zal duren zolang de reclassering dat nodig vindt, met een maximale aaneengesloten duur van één jaar, waarbij betrokkene zich zal houden zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling, waarvan het innemen van medicijnen onderdeel kan zijn van de behandeling;
* als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, mee zal werken aan de indicatiestelling voor en plaatsing in zo’n instelling;
* zich na de klinische behandeling zal laten behandelen door het FACT van GGZ Westelijk Noord-Brabant of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling, waarvan het innemen van medicijnen onderdeel kan zijn van de behandeling;
* zich, als de reclassering daartoe aanleiding ziet, bijvoorbeeld bij een terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld, zal laten opnemen in een door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor de plaatsing, te bepalen zorginstelling voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek, welke kortdurende klinische opname maximaal zeven weken duurt of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, waarbij betrokkene zich zal houden aan de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
* zal verblijven in een door de reclassering te bepalen instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, niet zijnde “De Kade” GGZ Westelijk Noord-Brabant, zolang de reclassering dat nodig vindt, waarbij betrokkene zich zal houden aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor haar heeft opgesteld;
* in elk stadium van behandeling of begeleiding zal meewerken aan controle van het gebruik van alcohol/drugs, waarbij de reclassering bepaalt met welke controlemiddelen, zoals urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) dit zal plaatsvinden, en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
* zal meewerken aan het aflossen van haar schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, waarbij betrokkene de reclassering inzicht zal geven in haar financiën en schulden;
* mee zal werken aan het vinden en behouden van een passende daginvulling;
Dit vonnis is onherroepelijk geworden op 7 juni 2021.

3.De beoordeling

3.1
Het standpunt van de deskundigen
Uit het advies van Novadic-Kentron van 29 juni 2022 komt naar voren dat het reclasseringstoezicht op 7 juni 2021 is opgestart. Betrokkene is aangemeld voor een klinische behandeling binnen een Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) in Limburg wegens forse verslavingsproblematiek. Zij lijkt aanvankelijk gemotiveerd voor dit traject, maar deze motivatie is na een aantal maanden aanzienlijk gedaald. Er is geprobeerd om betrokkene aan te sporen om de behandeling af te maken. Na een positieve afronding zou een plaatsing binnen een begeleide woonvorm bij Piet Mondriaan in Heerlen volgen, waarvoor zij op een wachtlijst is geplaatst. Betrokkene heeft er echter voor gekozen om de klinische behandeling niet af te ronden en te vertrekken. Zij heeft, ondanks dringende adviezen dit niet te doen, een zelfstandige woning gehuurd via de woningbouwvereniging in [plaats] . Betrokkene keert zich tegen het behandelbeleid van de kliniek alsook van de reclassering en verdwijnt uit het contact. Er is meermalen geprobeerd telefonisch contact te leggen maar betrokkene was niet bereikbaar. Er zijn geen mogelijkheden om het toezicht voort te zetten, omdat onvoldoende medewerking is verleend aan de voorwaarden en er geen contact met betrokkene mogelijk is voor Novadic-Kentron.
De deskundigen hebben ter zitting aangegeven dat betrokkene geen contact meer heeft willen onderhouden met de reclassering. Er is verschil van inzicht ontstaan over de duur van de opname in de klinische zorginstelling waar zij destijds heeft verbleven. De behandelrelatie is daarna verder onder druk komen te staan. Betrokkene heeft niet meer deelgenomen aan het ambulante traject. Zij heeft een eigen woning betrokken in [plaats] en niet in begeleide woonvorm of maatschappelijke opvang gehuisvest willen zijn. Ondanks het overtreden van de voorwaarden heeft de reclassering nog diverse pogingen ondernomen om de hulp en begeleiding over te dragen aan de reclassering in de provincie Zeeland. Dit is echter niet mogelijk gebleken. De reclassering ziet binnen het huidig kader geen mogelijkheden om verder uitvoering te geven aan het behandeltraject.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel ten uitvoer wordt gelegd. Betrokkene heeft meerdere voorwaarden niet nageleefd en zelfstandig besloten om het aangeboden hulpverleningstraject van de reclassering niet meer te accepteren. Zij is niet in staat om binnen een vrijwillig kader de afspraken met Novadic-Kentron na te komen. Het is onmogelijk om een constructief samenwerkingsverband overeen te komen. Het primaire standpunt is om de vordering tot tenuitvoerlegging toe te wijzen. Indien de rechtbank daarin niet meegaat is het subsidiaire standpunt om alle voorwaarden te laten vervallen, zodat de reclassering wordt ontslagen van haar inspanningsverplichting ten opzichte van betrokkene.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat betrokkene op allerlei leefgebieden een veelbelovende ontwikkeling heeft doorgemaakt. Zij heeft een eigen woonvoorziening kunnen betrekken en een baan weten te bemachtigen. Betrokkene is voornemens een opleiding te volgen en er is bewindvoering opgestart. Er is wel degelijk bereidheid om hulp en begeleiding te aanvaarden, maar zij wil de autonomie behouden over bepaalde beslissingen. Het primaire standpunt is om de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen. Het subsidiaire standpunt is om de voorwaarden zodanig aan te passen dat de opname in een instelling voor begeleid wonen en de meldplicht bij Novadic-Kentron in Breda komen te vervallen. Het meer subsidiaire standpunt is om de proeftijd te verlengen met een jaar. Het uiterst subsidiaire standpunt is een voorwaardelijk verzoek, inhoudende dat opnieuw onderzoek wordt verricht naar de noodzaak tot het opleggen van een ISD-maatregel.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het rapport van de reclassering en de toelichting van de deskundigen tijdens de zitting, is de rechtbank van oordeel dat betrokkene de opgelegde voorwaarden heeft overtreden. De rechtbank stelt voorop dat het uitgangspunt is dat een eerder voorwaardelijk opgelegde straf in dat geval ten uitvoer gelegd moet worden. Er kan echter sprake zijn van bijzondere omstandigheden die aanleiding geven om hiervan af te wijken.
De rechtbank neemt in overweging dat er een aanzienlijk tijdsverloop is verstreken sinds de opmaakdatum van het laatste rapport van de reclassering op 29 juni 2022. Sindsdien heeft betrokkene ruim vijf maanden geen contact meer met de reclassering en is zij niet voor nieuwe strafbare feiten met justitie in aanraking gekomen. Daarnaast is van belang dat zij een eigen woning heeft betrokken in [plaats] waar zij zich thuis voelt. Zij heeft daar een positief sociaal netwerk om zich heen van buren die haar achtergrond kennen en waar zij haar familie altijd kan bereiken. Verder heeft de rechtbank zich ervan vergewist dat betrokkene een uitkering heeft aangevraagd die is toegewezen, alsook dat bewindvoering is opgestart. Hierdoor heeft zij een goede basis gelegd voor haar financiële huishouding. Voorts heeft de rechtbank van betrokkene vernomen dat zij een vorm van dagbesteding heeft bij het Leger des Heils. De rechtbank is van oordeel dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel deze positieve ontwikkelingen zal doorkruisen. Bovendien wordt bij een tenuitvoerlegging het doel van de ISD-maatregel niet bereikt, nu er op dit moment geen acute noodzaak meer is voor beveiliging van de maatschappij tegen betrokkene en/of beëindiging van recidive van betrokkene.
De rechtbank is, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, van oordeel dat de vordering tot tenuitvoerlegging van de officier van justitie dient te worden afgewezen. Omdat het van groot belang is dat de positieve ontwikkelingen verder worden bestendigd en betrokkene goed ingebed raakt op alle leefgebieden, acht de rechtbank het wel zinvol om een vinger aan de pols te houden, door de aan betrokkene opgelegde bijzondere voorwaarden te wijzigen en de proeftijd te verlengen. Dit betekent dat de ISD-maatregel gedurende die verlengde proeftijd blijft staan als stok achter de deur. Het is aan betrokkene om te bewijzen dat zij deze positieve ontwikkelingen kan doorzetten en zich aan de gewijzigde voorwaarden kan houden.

4.De beslissing.

De rechtbank:
- wijst de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke veroordeling van de officier van justitie van 16 november 2022 af;
- wijzigt de opgelegde voorwaarden in die zin dat deze als volgt komen te luiden:
Algemene voorwaarden:
* dat betrokkene zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
* dat betrokkene ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit, medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
* dat betrokkene medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
Meldplicht:* dat betrokkene zich binnen drie werkdagen na deze beslissing zal melden bij Reclassering Nederland op het [adres] en zich daarna zal blijven melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt, waarbij verdachte zich zal houden aan de afspraken en aanwijzingen die de reclassering haar geeft;
Meewerken aan middelencontrole:
* dat betrokkene in elk stadium van behandeling of begeleiding zal meewerken aan controle van het gebruik van alcohol/drugs, waarbij de reclassering bepaalt met welke controlemiddelen, zoals urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) dit zal plaatsvinden,
en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
Meewerken aan schuldhulpverlening:
* dat betrokkene zal meewerken aan het aflossen van haar schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, waarbij verdachte de reclassering inzicht zal geven in haar financiën en schulden;
Meewerken aan daginvulling:
* dat betrokkene mee zal werken aan het vinden en behouden van een passende daginvulling;
- draagt de reclassering op om aan betrokkene hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- verlengt de proeftijd met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. H. Skalonjic, voorzitter, mr. S.W.M. Speekenbrink en mr. J.F.C. Janssen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. P.A.C. Admiraal en is uitgesproken ter openbare zitting op 22 december 2022.