ECLI:NL:RBZWB:2022:787
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen last onder dwangsom opgelegd door burgemeester wegens overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 februari 2022 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen een last onder dwangsom die door de burgemeester van Tilburg was opgelegd. De last was opgelegd wegens overtreding van artikel 67 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Tilburg. Eiser, die werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, had bezwaar gemaakt tegen de last die hem verbood zich op of aan de weg te bevinden met het doel om middelen als bedoeld in de Opiumwet aan te bieden of te verwerven. De burgemeester had op 22 juni 2020 de last opgelegd en op 10 september 2020 besloten tot invordering van de verbeurde dwangsom van € 2.500,-. Eiser voerde aan dat de burgemeester niet bevoegd was om de last op te leggen, omdat het bewijs onrechtmatig verkregen zou zijn. De rechtbank oordeelde echter dat de burgemeester op basis van de processen-verbaal van de politie aannemelijk had kunnen achten dat eiser in strijd met de APV handelde. De rechtbank concludeerde dat de hoogte van de dwangsom in redelijke verhouding stond tot de zwaarte van de overtreding en dat de burgemeester terecht had besloten tot invordering van de dwangsom. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.