ECLI:NL:RBZWB:2022:7860
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering en verzoek om voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. F. Ergec, had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van zijn bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom, met ingang van 1 januari 2020. In een besluit van 3 oktober 2022 werd de bijstandsuitkering ingetrokken, maar in een later besluit van 13 december 2022 heeft het college dit besluit herroepen en de bijstandsuitkering van verzoeker vanaf 12 augustus 2022 gecontinueerd.
Naar aanleiding van het herroepen besluit heeft verzoeker zijn verzoek om een voorlopige voorziening ingetrokken, maar verzocht om vergoeding van de proceskosten. De voorzieningenrechter heeft, op basis van de Algemene wet bestuursrecht, besloten dat het college in de proceskosten van verzoeker moet worden veroordeeld, omdat het college aan verzoeker is tegemoetgekomen. De kosten voor de rechtsbijstand zijn vastgesteld op € 759,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht.
De rechtbank heeft het college veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan verzoeker. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.