ECLI:NL:RBZWB:2022:7853

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 november 2022
Publicatiedatum
22 december 2022
Zaaknummer
9780166_E30112022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding uit hoofde van autoverzekering afgewezen wegens niet onder dekking vallende schade

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiser, wonende te [woonplaats], een vordering ingesteld tegen Achmea Schadeverzekering N.V., handelend onder de naam Interpolis, met betrekking tot schadevergoeding voor autoschade. Eiser had een autoverzekering WA + Beperkt Casco afgesloten via zijn tussenpersoon Rabobank. De schade ontstond op 30 augustus 2020 toen eiser over stenen op de weg reed, wat resulteerde in schade aan zijn Audi A3 ter hoogte van € 9.872,43. Eiser heeft de schade gemeld bij Interpolis, maar deze weigerde vergoeding te bieden, omdat de schade niet onder de dekking van de verzekering viel volgens artikel 39 van de Verzekeringsvoorwaarden.

Eiser vorderde een verklaring voor recht dat Interpolis dekking diende te verlenen en veroordeling tot betaling van het schadebedrag, vermeerderd met rente en kosten. Interpolis verweerde zich en concludeerde tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van eiser in de proceskosten. De kantonrechter oordeelde dat de schadeveroorzakende gebeurtenis niet onder de dekking viel, en dat eiser niet gerechtvaardigd was in zijn vertrouwen op de informatie van de tussenpersoon Rabobank. De rechter benadrukte dat alleen de verzekeraar bevoegd is om de polisvoorwaarden vast te stellen en dat de keuze van eiser voor een minder uitgebreide verzekering een risico met zich meebracht.

Uiteindelijk wees de kantonrechter de vordering van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten aan de zijde van Interpolis, vastgesteld op € 746,00. Dit vonnis is uitgesproken op 30 november 2022.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 9780116 CV EXPL 22-1219
Vonnis van 30 november 2022
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: Kurz Legal Counseling B.V,
tegen
ACHMEA SCHADEVERZEKERING N.V, H.O.D.N. INTERPOLIS,
statutair gevestigd te Apeldoorn ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Interpolis ,
gemachtigde: mr. R.N.H. Hoeppermans.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 13 juli 2022 en de daarin vermelde processtukken;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 1 november 2022;
- de akte van Interpolis .
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Tussen partijen staan de volgende feiten vast:
- [eiser] heeft voor zijn auto, een Audi A3 met [kenteken] , via zijn tussenpersoon Rabobank bij Interpolis een autoverzekering WA + Beperkt Casco afgesloten.
- In artikel 39 van de Verzekeringsvoorwaarden Auto WA+Beperkt Casco is opgenomen welke gebeurtenissen onder de dekking van de verzekering vallen.
- Op zondag 30 augustus 2020 omstreeks 0.30 uur is [eiser] op de Ingenieur Enschedeweg te [plaats] over een aantal recht op het wegdek staande stenen gereden, waardoor schade aan de auto is ontstaan.
- Op verzoek van [eiser] heeft Autoschadebedrijf [naam] B.V. te Mijdrecht op 17 september 2020 de schade begroot op € 9.872,43 inclusief btw.
- [eiser] heeft de auto gedeeltelijk laten repareren.
- [eiser] heeft de schade gemeld bij Interpolis , maar zij weigert tot vergoeding van de schade over te gaan.

3.Het geschil

3.1
[eiser] vordert, uitvoerbaar bij voorraad,
- verklaring voor recht dat Interpolis uit hoofde van de vigerende polis/verzekeringsovereenkomst dekking dient te verlenen voor de autoschade van [eiser] ;
- veroordeling van Interpolis tot betaling van € 9.872,43, te vermeerderen met de wettelijke rente, proceskosten en nakosten.
3.2
Interpolis voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met veroordeling van [eiser] in de proceskosten en in de nakosten.
3.3
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
Tussen partijen is niet langer in geschil dat in het onderhavige geval de schadeveroorzakende gebeurtenis niet onder de dekking van artikel 39 van de Verzekeringsvoorwaarden valt, zodat daarover niet meer hoeft te worden beslist.
4.2
[eiser] stelt echter met een beroep op de inhoud van de website van de tussenpersoon Rabobank dat Interpolis gehouden is om tot vergoeding van de schade over te gaan. [eiser] mocht er, mede gelet op de wijze van samenwerking tussen Interpolis en Rabobank, op vertrouwen dat de inhoud van de website juist is en dat alle schade “die van buiten komt” gedekt zou zijn. Interpolis voert daartegen verweer, nu Rabobank niet gerechtigd is om de polisvoorwaarden vast te stellen en daarnaast dat [eiser] er zelf voor heeft gekozen om in plaats van de huidige verzekering niet voor volledig casco te kiezen, waarbij de schade wel gedekt zou zijn geweest.
4.3
De kantonrechter overweegt als volgt. [eiser] heeft een beroep gedaan op hetgeen op de app/website van Rabobank is vermeld over de autoverzekering WA + Beperkt Casco. Deze tekst houdt, voor zover hier van belang, het volgende in:
“Behalve schade aan anderen, is ook een aantal schades aan je eigen auto verzekerd. Het gaat om schade die ‘van buiten’ komt. Bijvoorbeeld door brand, storm, hagel, diefstal, inbraak, ruitbreuk, joyriding en botsing met loslopende dieren. (…).Onderaan op de website / in de app staat vermeld:
“Bekijk het informatiedocument voor een overzicht van de belangrijkste kenmerken en dekkingen. Een compleet overzicht lees je in de voorwaarden (pdf).”
4.4
De kantonrechter constateert met Interpolis dat Rabobank met de laatste zinsnede expliciet verwijst naar een ander document voor de voorwaarden en de dekking van de autoverzekering en voor een compleet overzicht naar de polisvoorwaarden van Interpolis . Gelet hierop had voor [eiser] duidelijk moeten zijn dat de informatie vermeld op de website/app van Rabobank een toelichting van Rabobank zelf betreft en dat deze toelichting niet als de verzekeringsvoorwaarden heeft te gelden. Rabobank en Interpolis zijn twee verschillende entiteiten en de omstandigheid dat zij in de volksmond vaak onder één noemer vallen, maakt dit niet anders. Rabobank is de tussenpersoon en Interpolis , onderdeel van Achmea, is de verzekeraar. De kantonrechter is van oordeel dat alleen de verzekeraar gerechtigd is om de verzekeringsvoorwaarden vast te stellen en niet de tussenpersoon. De stellingen van [eiser] gaan ook in dit verband niet op.
4.5
Tot slot heeft [eiser] zich erop beroepen dat Interpolis in strijd met de redelijkheid en billijkheid handelt door niet over te gaan tot vergoeding van de schade, omdat de schade is ontstaan buiten de schuld van [eiser] om. Zoals Interpolis ook heeft aangegeven, had [eiser] er zelf voor kunnen kiezen om de meer uitgebreide verzekering Volledig Casco af te sluiten. Met deze verzekering had Interpolis wel dekking verleend. Naar het oordeel van de kantonrechter mag dit risico niet bij de verzekeraar worden gelegd en heeft [eiser] voor het overige onvoldoende gesteld.
4.6
Het voorgaande leidt ertoe dat de vordering zal worden afgewezen.
4.7
[eiser] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Interpolis als volgt vastgesteld: salaris gemachtigde € 746,00 (twee punten à € 373,00 per punt).

5.De beslissing

De kantonrechter
wijst de vordering van [eiser] af;
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Interpolis tot dit vonnis vastgesteld op € 746,00;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ebben en in het openbaar uitgesproken op
30 november 2022.