ECLI:NL:RBZWB:2022:7838
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Tilman-Knoester
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst na vaststellingsovereenkomst
In deze zaak heeft de werkgever, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Brabant In- en Exterieurverzorging B.V., een verzoek ingediend om de arbeidsovereenkomst met de werknemer te ontbinden. Het verzoekschrift is op 13 oktober 2022 ter griffie ontvangen. De werknemer heeft hierop een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 13 december 2022 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij de werkgever aanvullende stukken heeft overgelegd. De werkgever baseert het verzoek op artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek, met als argument dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding en dat herplaatsing van de werknemer niet meer mogelijk is. De werknemer heeft erkend dat de arbeidsverhouding verstoord is en dat er geen mogelijkheden meer zijn voor herplaatsing. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er een redelijke grond voor ontbinding is, aangezien beide partijen het erover eens zijn dat de verstoring onherstelbaar is. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met ingang van 1 februari 2023, en de werkgever is veroordeeld tot betaling van een beëindigingsvergoeding van € 1.500,- bruto aan de werknemer. Tevens is bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt. De beschikking is gegeven door mr. Tilman-Knoester en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 15 december 2022.