Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 juni 2022 en de daarin genoemde processtukken;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 4 november 2022 met aangehechte stukken;
- de brief d.d. 23 november 2022 van mr. Weijmans met daarin een reactie op het proces-verbaal van mondelinge behandeling.
2.De feiten
- [eiseres] is een uitzendbureau waarvan de heer [bestuurder eiseres] bestuurder is.
- [gedaagde] is een onderneming die actief is in de bouwnijverheid, in het bijzonder het leggen van elektra- en telecommunicatiekabels, waarvan de heer [bestuurder gedaagde] bestuurder is.
- In de periode van 2014 tot en met maart 2016 heeft [eiseres] met regelmaat tegen betaling personeel uitgeleend aan [gedaagde] .
- Voor het aan [gedaagde] uitgeleende personeel in 2016 maakt [eiseres] aanspraak op betaling van facturen van 30 januari 2016, 29 februari 2016 en 31 maart 2016 met de respectievelijke nummers 16000001, 16000002 en 16000003 van totaal € 87.835,00.
- De advocaat van [eiseres] heeft [gedaagde] bij brief van 2 januari 2020 aangemaand tot betaling over te gaan van voornoemde facturen. Betaling is uitgebleven.
- Bij aanvang van de samenwerking tussen partijen heeft [gedaagde] een borgsom betaald aan [eiseres] van € 3.000,00 als zekerheid voor de nakoming van verplichtingen van [gedaagde] aan [eiseres] .
- Eerst bij conclusie van eis in reconventie van 18 mei 2022 heeft [gedaagde] aanspraak gemaakt op terugbetaling van de borg.
- In de Kamer van Koophandel staat geregistreerd dat [eiseres] met ingang van 1 januari 2018 is ontbonden.
3.Het geschil
in conventie
[gedaagde] vordert primair de proceskosten van minimaal € 4.424,00 omdat [eiseres] volgens [gedaagde] misbruik van procesrecht maakt door de vordering in te stellen terwijl zij weet dat [gedaagde] niets meer verschuldigd is.
4.De beoordeling
in conventie
woensdag 4 januari 2023om beide partijen in de gelegenheid te stellen een akte in te dienen waarin zij zich uitlaten over de persoon van de deskundige, de aan deze voor te leggen vragen en de omvang van het te storten voorschot en uurtarief;