ECLI:NL:RBZWB:2022:7761

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 december 2022
Publicatiedatum
20 december 2022
Zaaknummer
02-245493-20
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontnemingsvordering in verband met de productie van synthetische drugs

In deze ontnemingszaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 december 2022 uitspraak gedaan over de ontnemingsvordering van de officier van justitie tegen de betrokkene, die eerder op 10 juni 2022 was veroordeeld voor het voorbereiden van de productie van synthetische drugs. De officier van justitie vorderde een bedrag van € 96.678,00 aan wederrechtelijk verkregen voordeel, maar na een schriftelijke voorbereidingsprocedure werd dit bedrag aangepast naar € 70.426,47. De rechtbank heeft de vordering inhoudelijk behandeld op de zitting van 17 november 2022, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen uit het eerdere vonnis van 10 juni 2022 integraal meegenomen in haar beoordeling.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene voordeel heeft genoten uit de productie van verschillende goederen, waaronder smeltbakken en koelers, en heeft de ontnemingsvordering uiteindelijk vastgesteld op € 64.676,47. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de kosten die de betrokkene heeft gemaakt en de opbrengsten die hij heeft ontvangen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie voor het overige afgewezen en de verplichting tot betaling aan de staat opgelegd. De beslissing is gebaseerd op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-245493-20
vonnis van de rechtbank d.d. 22 december 2022
in de ontnemingszaak tegen
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1973
thans gedetineerd te PI Vught, Lunettenlaan 501, 5263 NT Vught
raadsman mr. J.J.J. van Rijsbergen, advocaat te Breda

1.De procedure

Betrokkene is op 10 juni 2022 door de meervoudige kamer van de rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeeld tot de in die uitspraak vermelde straf voor het zevenmaal voorbereiden van de productie van synthetische drugs en het éénmaal voorbereiden van de uitvoer van xtc-pillen.
De officier van justitie heeft ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel ter hoogte van € 96.678,00 gevorderd.
De rechtbank heeft een schriftelijke voorbereidingsprocedure bevolen. In dat kader zijn de volgende stukken ingediend:
  • een conclusie van antwoord, ingediend door de raadsman op 21 maart 2022;
  • een conclusie van repliek, ingediend door de officier van justitie op 20 april 2022;
  • een bericht van de raadsman met de mededeling dat hij persisteert bij de eerder ingediende conclusie van antwoord en daarom geen nadere conclusie van dupliek in zal dienen, ingediend op 21 april 2022.
De vordering is inhoudelijk behandeld op de zitting van 17 november 2022, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
De officier van justitie heeft daarbij de vordering gewijzigd en vordert een bedrag van
€ 70.426,47 te ontnemen.

2.Het standpunt van de officier van justitie

DeltaDe officier van justitie ziet af van het vorderen van het bedrag van € 7.000,00 aan extra opbrengsten, omdat niet vastgesteld kan worden dat dit bedrag onder deelonderzoek Delta is verkregen. Verder stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat het voordeel voor de smeltbak en de twee koelers van betrokkene kan worden ontnomen. De rechtbank heeft immers op 10 juni 2022 bewezenverklaard dat betrokkene deze goederen heeft geproduceerd. In aanvulling hierop kan ook het voordeel van een tweede smeltbak worden ontnomen, nu uit het zaaksdossier afdoende volgt dat nog een smeltbak is afgenomen bij verdachte. Deze tweede smeltbak was niet opgenomen in de tenlastelegging en de rechtbank heeft verdachte hiervan dan ook niet vrijgesproken. Dit betekent dat het Geeringsarrest niet in de weg staat aan het ontnemen van het voordeel van deze extra smeltbak. Op basis van de bewijsmiddelen is de officier van justitie van mening dat de twee smeltbakken en twee koelers € 5.600,00 hebben opgebracht. Hierop kan een bedrag van € 2.287,60 aan kosten in mindering worden gebracht. De officier van justitie vordert daarom in deelonderzoek Delta een bedrag van € 3.312,40 van betrokkene te ontnemen.
Echo
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat afgeweken moet worden van de berekening in het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft immers in haar vonnis van 10 juni 2022 uitsluitend de voorbereidingshandelingen ten aanzien van één koeler bewezenverklaard. Gelet op het Geeringsarrest vordert de officier van justitie uitsluitend het voordeel van één koeler te ontnemen. Op basis van de bewijsmiddelen stelt zij vast dat de koeler € 1.300,00 heeft opgebracht. De kosten voor deze koeler zijn berekend op € 218,65. Op basis van deze gegevens vordert de officier van justitie een bedrag van
€ 1.081,35 euro van betrokkene te ontnemen voor deelonderzoek Echo.
FoxtrotDe officier van justitie sluit zich aan bij de berekening als opgenomen in het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel. Op basis van het rapport is zij van mening dat de voorbereidingshandelingen betrokkene € 5.200,00 hebben opgebracht en dat hij
€ 1.749,38 aan kosten heeft gehad. Zij vordert daarom voor deelonderzoek Foxtrot een bedrag van € 3.450,62 aan wederrechtelijk verkregen voordeel te ontnemen van betrokkene.
Lima
Bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel in deelonderzoek Lima wijkt de officier van justitie af van het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel. Zij zoekt aansluiting bij de bewezenverklaring in het vonnis van de rechtbank van 10 juni 2022. Uit de bewijsmiddelen volgt dat de opbrengst van één ketel € 6.500,00 is. Uit het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel volgt dat voor de ketel € 3.197,90 aan kosten zijn gemaakt. Om die reden vordert de officier van justitie in deelonderzoek Lima een voordeel van € 3.302,10 te ontnemen.
Ketels van [naam 1]
Ook ten aanzien van de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel voor de ketels die zijn aangekocht bij [naam 1] , wijkt de officier van justitie af van de berekening die is gegeven in het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel. Zij stelt zich op het standpunt dat uit de bewijsmiddelen volgt dat betrokkene negen ketels heeft aangekocht bij [naam 1] , dat hij deze ketels heeft omgebouwd tot ketels die gebruikt konden worden voor de productie van synthetische drugs en dat betrokkene de ketels heeft verkocht voor € 6.500,00 per stuk. Op het aantal ketels brengt de officier van justitie één ketel in mindering omdat die ketel al is meegenomen in de berekening van het voordeel in deelonderzoek Lima. Zij gaat daarom uit van een opbrengst voor acht ketels ter hoogte van € 52.000,00. Hierop kan een bedrag van € 15.093,36 aan kosten in mindering worden gebracht. De officier van justitie vordert dan ook voor de acht ketels een wederrechtelijk verkregen voordeel van € 36.906,64 van betrokkene te ontnemen.
NovemberBij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel ten aanzien van deelonderzoek November sluit de officier van justitie aan bij de verklaring die betrokkene zelf heeft afgelegd over het verkregen voordeel. Om die reden vordert zij een wederrechtelijk verkregen voordeel ter hoogte van € 1.874,95 te ontnemen van betrokkene voor deelonderzoek November.
Oscar
De officier van justitie wijkt af van het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel. In het rapport is € 3.500,00 gerekend als opbrengst voor een stoomketel. Echter, op basis van de gegevens van onderzoek Echo moet dit € 3.000,00 zijn. Nu de rechtbank niet alleen een stoomketel maar ook een reactieketel bewezen heeft verklaard, dient ook het voordeel dat met laatstgenoemde ketel is verkregen te worden ontnomen. Hiervoor wordt een bedrag van € 7.000,00 gerekend. Daarnaast zijn er naar de mening van de officier van justitie onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen dat betrokkene € 3.600,00 heeft ontvangen uit het laboratorium in Drempt. Om die reden gaat zij uit van een opbrengst van € 10.000,00. De kosten blijven wel gelijk aan het rapport en worden geschat op € 2.740,11. Gelet op voorgaande vordert de officier van justitie een wederrechtelijk verkregen voordeel ter hoogte van € 7.259,89 van betrokkene te ontnemen.
RomeoIn afwijking van het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel houdt de officier van justitie rekening met de bewezenverklaring als opgenomen in het vonnis van 10 juni 2022. Zij schat de opbrengst van de stoomketel en de smeltbak op € 4.500,00. Hierop kan
€ 2.071,48 aan kosten in mindering worden gebracht. De officier van justitie vordert daarom € 7.928,52 te ontnemen in deelonderzoek Romeo.
Apeldoorn
Ten aanzien van de in Apeldoorn aangetroffen ketel sluit de officier van justitie aan bij de berekening die is gegeven in het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel. Zij persisteert in de vordering om betrokkene € 5.310,00 aan wederrechtelijk verkregen voordeel te ontnemen.
Andere kosten
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat eventuele kosten uit deelonderzoek Papa niet meegenomen kunnen worden bij het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Deze kosten staan immers niet in relatie tot de feiten waarvoor het wederrechtelijk verkregen voordeel is berekend. De officier van justitie vordert dan ook een totaalbedrag van € 70.426,47 aan wederrechtelijk verkregen voordeel van betrokkene te ontnemen

3.Het standpunt van de verdediging

Delta
De verdediging is van mening dat bij de bepaling van het wederrechtelijk verkregen voordeel aangesloten moet worden bij de bewezenverklaring in het vonnis van 10 juni 2022. Het voordeel moet dan ook worden berekend op basis van één smeltbak en twee koelers. Gelet op de vrijspraak van een deel van de feiten is het naar de mening van de verdediging op basis van het Geeringsarrest niet mogelijk om het voordeel te baseren op andere goederen. Het voordeel zou om deze reden moeten worden vastgesteld op maximaal
€ 2.737,55.
Echo
De verdediging herhaalt het onder Delta genoemde uitgangspunt voor de berekening van het wederechtelijk verkregen voordeel. Op basis van dit uitgangspunt kan het voordeel uitsluitend worden berekend voor één koeler. Dit levert naar de mening van de verdediging een wederrechtelijk voordeel van € 1.081,35 op.
Foxtrot
Naar de mening van de verdediging kan op basis van het dossier worden vastgesteld dat betrokkene slechts € 1.500,00 heeft ontvangen voor de in deelonderzoek Foxtrot bewezenverklaarde goederen. Er was € 1.500,00 meer toegezegd, maar de betaling van dat bedrag heeft nooit plaatsgevonden. Naar de mening van de verdediging kan het bedrag van € 2.000,00 voor reparatiewerkzaamheden niet aan betrokkene worden toegekend nu de reparaties geheel door [naam 5] zijn verricht. Op basis van het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden vastgesteld dat betrokkene € 1.749,38 aan kosten heeft gehad in deelonderzoek Foxtrot. De verdediging verzoekt het verschil van € 249,38 als kosten in mindering te brengen op het door de rechtbank vast te stellen totaalbedrag aan wederrechtelijk voordeel.
Lima
De verdediging stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is van voordeel, omdat betrokkene nooit voor de bewezenverklaarde goederen is betaald. Wel heeft betrokkene de kosten gemaakt die zijn opgenomen in het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel. De verdediging verzoekt deze kosten ter hoogte van € 3.302,10 in mindering te brengen op het door de rechtbank vast te stellen totaalbedrag aan wederrechtelijk voordeel.
Ketels [naam 1]Naar de mening van de verdediging is uit het dossier onvoldoende aannemelijk geworden dat betrokkene daadwerkelijk zeven ketels heeft verbouwd en verkocht voor de productie van synthetische drugs. De gesprekken waarin betrokkene daarover spreekt, moeten volgens de verdediging worden aangemerkt als grootspraak. Om die reden wordt verzocht de veronderstelde voordeelpost te schrappen.
November
De verdediging is van mening dat er geen bedrag kan worden ontnomen voor de drie koelers. Betrokkene is immers vrijgesproken ten aanzien van de productie van deze koelers. De verdediging schat zelf het wederrechtelijk verkregen voordeel op maximaal € 1.874,95.
Oscar
Naar de mening van de verdediging bevat het dossier geen enkel bewijsmiddel om de uitspraken van betrokkene tegen [naam 2] over de € 600,00 tot € 700,00 per week die hij vanuit het lab in Drempt zou ontvangen, te ondersteunen. Om die reden is dit voordeel niet voldoende aannemelijk geworden. De verdediging verzoekt dan ook de voordeelpost ter hoogte van € 3.600,00 te schrappen.
Romeo
De verdediging stelt zich op het standpunt dat één stoomset en één smeltbak kunnen worden betrokken in de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Voor de overige zaken is betrokkene immers vrijgesproken. De verdediging schat het wederrechtelijk verkregen voordeel op maximaal € 3.806,00.
Apeldoorn
Het bedrag van € 5.310,00 aan wederrechtelijk verkregen voordeel voor de in Apeldoorn aangetroffen ketel is naar de mening van de verdediging onvoldoende onderbouwd. Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld dat betrokkene de ketel heeft gebouwd. De werktuigsporen bieden uitsluitend bewijs voor het feit dat betrokkene een elektromotor aan de ketel heeft gekoppeld. Dit is onvoldoende om te kunnen spreken van een voordeel ter hoogte van € 5.310,00.
Andere kostenNaar de mening van de verdediging kan vastgesteld worden dat betrokkene in het kader van deelonderzoek Papa € 15.000,00 heeft geïnvesteerd. Uit deze investering heeft betrokkene geen opbrengst verkregen. De verdediging verzoekt het investeringsbedrag af te trekken van het totale wederrechtelijk verkregen voordeel.

4.Het oordeel van de rechtbank

4.1
De bewijsmiddelen
De rechtbank sluit in haar beoordeling integraal aan bij de bewijsmiddelen als genoemd in het vonnis van 10 juni 2022. In aanvulling op die bewijsmiddelen houdt zij tevens rekening met de bewijsmiddelen als opgenomen in bijlage I bij dit vonnis.
4.2
Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
ToetsingskaderBij de beoordeling van de ontnemingsvordering zoekt de rechtbank aansluiting bij haar eerdere oordelen in het vonnis van 10 juni 2022. Zij zal toetsen of op basis van de bewijsmiddelen bij dat vonnis voldoende aannemelijk is geworden dat betrokkene voordeel heeft verkregen uit het bewezenverklaarde en wat dan de hoogte van dat voordeel is.
De vordering is echter ook gebaseerd op feiten en zaken waarover de rechtbank zich nog niet uit heeft gelaten in haar eerdere vonnis. Ten aanzien van dit deel van de vordering zal de rechtbank beoordelen of er voldoende aanwijzingen bestaan dat het voordeel is verkregen door andere strafbare feiten die door betrokkene zijn begaan. De wet voorziet immers uitdrukkelijk in de mogelijkheid om ook voordeel dat uit deze feiten is verkregen te ontnemen, mits voldoende aannemelijk is dat die feiten er op enigerlei wijze toe hebben geleid dat de betrokkene ook daadwerkelijk wederrechtelijk voordeel heeft genoten.
DeltaBetrokkene is op 10 juni 2022 in deelonderzoek Delta veroordeeld voor het produceren van één smeltbak en meerdere koelers. Van de overige goederen in de tenlastelegging is betrokkene vrijgesproken. De rechtbank is van oordeel dat op basis van de bewijsmiddelen als genoemd bij voornoemd vonnis het voldoende aannemelijk is dat betrokkene ook voordeel heeft gehad door de productie van een tweede smeltbak.
In haar berekening heeft de officier van justitie ook een tweede smeltbak betrokken. Zij noemt beide bakken lekbakken, maar de rechtbank begrijpt dat hiermee smeltbakken worden bedoeld. De rechtbank is van oordeel dat op basis van de bewijsmiddelen als opgenomen in de bijlage van onderhavig vonnis voldoende en buiten redelijke twijfel vast is komen te staan dat betrokkene ook die smeltbak heeft geproduceerd, hiervoor is betaald en dus voordeel heeft genoten. Het voordeel kan ook meegenomen worden bij de beoordeling van de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Hoewel betrokkene partieel is vrijgesproken, ziet de vrijspraak niet op een tweede lekbak.
Op basis van de bewijsmiddelen is voldoende aannemelijk geworden dat één smeltbak
€ 1.500,00 een één koeler € 1.300,00 opbrengt. Dit betekent dat de twee bakken en de twee koelers samen € 5.600,00 hebben opgebracht. Uit het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel volgt dat de productie van deze goederen € 2.287,60 kost. Dit maakt dat de rechtbank het voordeel van deelonderzoek Delta schat op € 3.312,40.
EchoDe rechtbank stelt vast dat de officier van justitie en de verdediging uitgaan van dezelfde berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit voordeel sluit bovendien geheel aan bij hetgeen is bewezen in het vonnis van 10 juni 2022. De rechtbank acht het op basis van de bewijsmiddelen aannemelijk dat de koeler € 1.300,00 heeft opgebracht. Uit het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel volgt dat betrokkene ten aanzien van deze koeler € 218,65 aan kosten heeft gehad. Dit maakt dat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel uit deelonderzoek Echo schat op € 1.081,35.
FoxtrotDe rechtbank stelt vast dat de berekening van de officier van justitie is gebaseerd op de in het vonnis van 10 juni 2022 bewezenverklaarde voorwerpen en extra werkzaamheden.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat betrokkene de smeltbak en refluxkoeler heeft geproduceerd. Hiervoor werd door betrokkene een bedrag van in totaal € 3.200,00 in rekening gebracht. De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen voldoende aannemelijk is geworden dat dit bedrag is voldaan. Er zijn immers geen gesprekken waaruit blijkt dat het bedrag uiteindelijk niet is voldaan, dit terwijl betrokkene na onderhavige goederen nog meerdere andere goederen heeft geproduceerd voor [naam 3] en [naam 4] . Het is niet aannemelijk dat betrokkene waardevolle goederen zou blijven produceren zonder daarvoor een betaling te ontvangen.
Naast de opbrengsten uit de verkoop van de smeltbak en de koeler rekent de officier van justitie ook een bedrag van € 2.000,00 als opbrengst voor extra werkzaamheden door betrokkene en [naam 5] . Het is naar het oordeel van de rechtbank op basis van het dossier aannemelijk dat deze betaling via betrokkene is verlopen. Immers, de betalingen in de verschillende deeldossiers worden telkens direct aan betrokkene gedaan. Uit de bewijsmiddelen volgt dat [naam 5] € 500,00 voor zijn laswerkzaamheden per smeltbak in rekening brengt. Hoewel hij voor kleinere dingen € 250,00 zou rekenen, kan de rechtbank niet vaststellen, en ligt het ook niet voor de hand, dat de reparatiewerkzaamheden in de nacht in Bemelen en later ook nog eens in Tilburg onder die kleinere werkzaamheden vielen. Om die reden is de rechtbank van oordeel dat het aannemelijk is dat [naam 5] € 500,00 heeft gekregen voor het lassen van de smeltbak en later nogmaals € 500,00 heeft gekregen voor de reparatiewerkzaamheden.
Alles overwegende acht de rechtbank het aannemelijk dat deelonderzoek Foxtrot betrokkene € 5.200,00 heeft opgebracht. Verder acht zij het aannemelijk dat het betrokkene € 1.999,38 heeft gekost. Dit betekent dat de rechtbank het voordeel voor dit deelonderzoek schat op
€ 3.200,62.
LimaDe verdediging heeft betoogd dat niet vastgesteld kan worden dat betrokkene voordeel heeft verkregen uit de werkzaamheden in onderhavig deelonderzoek, omdat niet aannemelijk is dat betrokkene daadwerkelijk voor de geleverde goederen is betaald. De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen zoals opgenomen bij het vonnis van 10 juni 2022 voldoende aannemelijk is geworden dat betrokkene wel degelijk voordeel heeft genoten door deelonderzoek Lima. Uit geen van de bewijsmiddelen volgt dat betrokkene [naam 6] en [naam 7] aanspreekt omdat de goederen niet zouden zijn betaald. Daarnaast blijkt dat betrokkene doorgaat met het leveren van goederen aan [naam 6] en [naam 7] . Het is niet aannemelijk dat hij waardevolle goederen blijft leveren, indien hij daarvoor niet betaald zou worden. Daarnaast blijkt uit de OVC-gesprekken dat er een niet nader gespecificeerd bedrag is voldaan op 4 mei 2020. Aannemelijk is dat dit bedrag de betaling betrof voor de goederen die zijn geproduceerd in deelonderzoek Lima, nu in het Exceldocument dat door “ [naam 8] ” aan [naam 6] is verstuurd, is vermeld dat er kosten voor ketels zijn gemaakt. Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat betrokkene € 6.500,00 aan opbrengsten heeft ontvangen uit de verkoop van één ketel. Uit het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel volgt dat voor de productie van deze ketel
€ 3.197,90 aan kosten is gemaakt. De rechtbank schat daarom het wederrechtelijk verkregen voordeel in deelonderzoek Lima op € 3.302,10
Ketels [naam 1]De officier van justitie heeft het voordeel berekend op basis van acht bij [naam 1] ingekochte ketels die door betrokkene om zouden zijn gebouwd tot ketels voor de productie van synthetische drugs. Hoewel deze ketels niet zijn opgenomen in de tenlastelegging op basis waarvan het vonnis van 10 juni 2022 is gewezen, sluit het vervaardigen van de ketels voor de productie van drugs naadloos aan op de feiten waarvoor betrokkene is veroordeeld. Er is daarmee sprake van een soortgelijk strafbaar feit. Op basis van de in de bijlage bij dit vonnis opgenomen bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat er voldoende aanwijzingen zijn dat betrokkene dit ander strafbare feit, namelijk het plegen van (andere) voorbereidings-handelingen voor de productie van synthetische drugs heeft gepleegd. Het is naar het oordeel van de rechtbank ook buiten redelijke twijfel vast komen te staan dat betrokkene hierdoor wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. Bij de berekening van de opbrengsten wordt aangesloten bij de prijzen voor de ketels die betrokkene in andere deelonderzoeken heeft gerekend. Hierdoor is het aannemelijk dat betrokkene € 52.000,00 aan opbrengsten heeft gegenereerd met de verkoop van de acht omgebouwde ketels. Daar staat tegenover dat uit het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel volgt dat betrokkene € 15.093,36 aan kosten heeft gemaakt om de ketels aan te passen. Alles overwegende schat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel ten aanzien van dit deelonderzoek op € 36.906,64.
NovemberIn het vonnis van 10 juni 2022 is betrokkene veroordeeld voor de productie van een aantal ketels. De verdediging heeft betoogd dat op basis van de bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat betrokkene maximaal € 1.874,95 heeft verdiend. De rechtbank acht dit voordeel aannemelijk gelet op de bij het vonnis genoemde bewijsmiddelen en de eigen berekening van de verdediging. Zij schat dan ook het wederrechtelijk verkregen voordeel uit deelonderzoek November op € 1.874,95.
OscarDe rechtbank stelt vast dat de verdediging uitsluitend verweer heeft gevoerd tegen het bedrag van € 3.600,00 aan wekelijkse inkomsten uit het laboratorium in Drempt. De officier van justitie heeft haar vordering aangepast waardoor de bestreden post niet langer meegenomen is in de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank zal zich hierover dan ook niet meer uitlaten.
Voor het overige stelt de rechtbank vast dat het voordeel is berekend ten aanzien van de productie van de goederen die in het vonnis van 10 juni 2022 bewezen is verklaard. Gelet op de bewijsmiddelen bij dat vonnis is de rechtbank van oordeel dat het aannemelijk is dat betrokkene € 10.000,00 aan opbrengsten heeft ontvangen uit de verkoop van de stoomketel en de reactieketel. Overeenkomstig het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel stelt zij de kosten vast op € 2.740,11. Dit betekent dat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel schat op € 7.259,89.
RomeoDe rechtbank stelt vast dat de verdediging en de officier van justitie beiden in hun berekening uitgaan van de opbrengsten en de kosten voor één stoomketel en één smeltbak. Hiermee sluiten zij aan bij de bewezenverklaring als opgenomen in het vonnis van 10 juni 2022. Echter, de rechtbank stelt vast dat de officier van justitie bij requisitoir én de verdediging bij pleidooi een rekenfout hebben gemaakt. Om die reden zal zij het voordeel voor deelonderzoek Romeo opnieuw berekenen. Uit de bewijsmiddelen volgt dat een stoomketel € 3.000,00 opbrengt en een smeltbak € 1.500,00. Dit maakt dat de opbrengsten in deelonderzoek Romeo € 4.500,00 zijn. Uit het rapport wederrechtelijk voordeel volgen de volgende kosten: voor het maken van de stoomketel € 646,33, voor het maken van de smeltbak € 425,15 en de arbeidskosten van [naam 5] van in totaal €1.000,00. Dit levert in totaal een bedrag van € 2.071,48 aan kosten op. Dit betekent dat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel uit deelonderzoek Romeo schat op € 2.428,52.
ApeldoornIn het vonnis van 10 juni 2022 is de in Apeldoorn aangetroffen ketel niet meegenomen. De rechtbank is van oordeel dat op basis van de bewijsmiddelen als opgenomen in de bijlage bij dit vonnis er voldoende aanwijzingen zijn dat betrokkene zich ook schuldig heeft gemaakt aan het plegen van strafbare voorbereidingshandelingen voor de productie van synthetische drugs door het maken van de ketel die in Apeldoorn is aangetroffen. Er zijn immers werktuigsporen aangetroffen die overeenkomen met een kabelschoentang van betrokkene. Hierdoor is buiten redelijke twijfel vast komen te staan dat betrokkene bij het strafbare feit betrokken was. Gelet op de modus operandi van betrokkene is naar het oordeel van de rechtbank ook aannemelijk dat betrokkene voordeel heeft verkregen door de verkoop van de ketel. Uit onderzoek Delta volgt dat een soortgelijke ketel door betrokkene is verkocht voor een bedrag van € 7.000,00. De rechtbank acht het aannemelijk dat verdachte ook voor onderhavige ketel € 7.000,00 heeft ontvangen. Op basis van het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel acht zij een bedrag van € 1.690,00 aan kosten voor de vervaardiging van de ketel aannemelijk. Alles overwegende schat de rechtbank het voordeel van de in Apeldoorn aangetroffen ketel op € 5.310,00
Andere kostenDe rechtbank stelt vast dat de door de raadsman aangehaalde kosten geen verband hebben met de deelonderzoeken waarvoor het wederrechtelijk verkregen voordeel is berekend. Om die reden zal de rechtbank de door hem genoemde kosten niet in mindering laten strekken op het berekende voordeel. Alles overwegende schat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 64.676,47.
4.3
Vaststelling ontnemingsbedrag
De rechtbank zal het terug te betalen bedrag vaststellen op € 64.676,47 en de vordering van de officier van justitie voor het overige afwijzen.

5.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

6.De beslissing

De rechtbank:
- stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op
€ 64.676,47;
- legt betrokkene de verplichting op tot betaling aan de staat van een geldbedrag ter grootte van
€ 64.676,47, ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
- bepaalt de duur van de gijzeling, die bij niet betaling van het ontnemingsbedrag kan worden gevorderd, op
1080 dagen;
- wijst de vordering van de officier van justitie voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. van Kralingen, voorzitter, mr. R.J.H. Goossens en
mr. E.G.F. Vliegenberg, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. J. van Eekelen en is uitgesproken ter openbare zitting op 22 december 2022.