ECLI:NL:RBZWB:2022:7685

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 november 2022
Publicatiedatum
16 december 2022
Zaaknummer
9985486_E30112022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen voor tandheelkundige werkzaamheden met verweer van gedaagde over betaling en bewijslevering

In deze civiele zaak heeft eiseres Kies Keurig B.V. een vordering ingesteld tegen gedaagde, die in persoon procedeert, voor de betaling van een bedrag van € 483,07, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De vordering is gebaseerd op onbetaalde facturen voor tandheelkundige werkzaamheden die in de tweede helft van 2017 en de eerste helft van 2018 zijn verricht. Gedaagde heeft de facturen betwist en stelt dat hij contant heeft betaald, wat hij wil onderbouwen met getuigen. De procesgang omvat een dagvaarding, conclusie van antwoord, repliek en dupliek, waarna de kantonrechter vonnis heeft gewezen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde onvoldoende heeft gemotiveerd dat hij de facturen al heeft betaald, ondanks zijn verzoek om bewijslevering. De rechter oordeelt dat de erkenning van een betalingsregeling door gedaagde impliceert dat hij de vordering erkent. De kantonrechter wijst de vordering van Kies Keurig B.V. toe, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, en veroordeelt gedaagde in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 30 november 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Locatie Breda
zaak/rolnr.: 9985486 CV EXPL 22-2166
vonnis d.d. 30 november 2022
inzake
Kies Keurig B.V.,
gevestigd te Breda,
eiseres,
gemachtigde: PVU Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
procederend in persoon.

1.Het verloop van het geding

1.1
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 6 juli 2022, met producties;
b. de conclusie van antwoord met productie;
c. de conclusie van repliek met producties;
d. de conclusie van dupliek.
Daarna is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1
Eiseres (verder te noemen: Kieskeurig) vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde (verder te noemen: [gedaagde] ) te veroordelen tot betaling van € 483,07, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juli 2022 tot aan de dag van voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
[gedaagde] heeft daaraan het volgende ten grondslag gelegd.
Kieskeurig heeft gedurende grofweg de tweede helft van 2017 en de eerste helft van 2018 verschillende tandheelkundige werkzaamheden verricht voor [gedaagde] . De daarvoor verstuurde facturen tellen op tot een bedrag van € 379,98. [gedaagde] heeft deze facturen onbetaald gelaten. De buitengerechtelijke kosten bedragen € 68,97. De wettelijke rente bedraagt, berekend tot 4 juli 2022, € 34,12.
2.2
[gedaagde] voert verweer, dat er kort gezegd op neerkomt dat hij de rekening contant heeft betaald en daarvan twee getuigen zijn.

3.De beoordeling

3.1
Tussen partijen staat vast dat Kieskeurig [gedaagde] tandheelkundig behandeld heeft,
waarvoor [gedaagde] een bedrag van € 379,98 verschuldigd is geworden.
3.2
Ter discussie staat of dit bedrag al betaald is. [gedaagde] stelt van wel, terwijl Kieskeurig
zegt dat dat niet het geval is.
3.3
Naar aanleiding van het verweer van [gedaagde] heeft Kieskeurig bij repliek nauwkeurig
uiteengezet welke correspondentie over de betaling heeft plaatsgevonden tussen partijen. Zo
heeft er verschillende keren telefonisch contact plaatsgevonden in 2018 en 2019, waarin
[gedaagde] aangaf te zullen betalen, maar dat vervolgens niet deed. Verder heeft de
gemachtigde van Kieskeurig op 15 juli 2022 een ingevuld inkomsten- en uitgavenformulier
van [gedaagde] ontvangen, waarin hij (deels handgeschreven) verklaart:

ik wens een regeling te treffen van € 100,- per maand m.i.v. 23-07-2022 (dit is de datum
waarop ik altijd mijn uitkering krijg). Dit overzicht is door mij naar waarheid opgemaakt te
[woonplaats] op 13-07-2022’ (productie 9 bij dagvaarding).
3.4
[gedaagde] heeft bij dupliek erkend dit formulier te hebben ingevuld. Ter toelichting heeft hij aangegeven dat hij eigenlijk niet meer had gerekend op een rechtszaak, dat hij twee jaar geleden al tegen de gemachtigde van Kieskeurig had gezegd dat hij betaald had en totaal verrast was door de dagvaarding. Pas later, toen hij alle stukken ging lezen en allerlei leugens tegenkwam, heeft hij toch besloten zich niet bij de vordering neer te leggen en verweer te voeren. [gedaagde] heeft bij dupliek verder erkend dat hij meerdere keren heeft beloofd te betalen, maar dat niet heeft gedaan. Dit kwam omdat hij op dat moment niet kon betalen. Later, toen hij de heer [naam] toevallig op straat tegenkwam, had [gedaagde] het geld wel en heeft hij betaald, aldus [gedaagde] . Dit was in aanwezigheid van zijn zoon en de buurman van zijn zoon. [gedaagde] biedt aan dit te bewijzen door een getuigenverhoor.
3.5
De kantonrechter overweegt als volgt.
Om te worden toegelaten tot bewijslevering dient [gedaagde] zijn stelling dat hij betaald heeft – in het licht van alle stukken en alle overige stellingen - voldoende te hebben gemotiveerd. [gedaagde] heeft onvoldoende gemotiveerd aangegeven waarom hij een betalingsregeling wilde treffen voor de onderhavige vordering, wat een erkenning daarvan inhoudt, als hij van mening is dat hij die vordering al heeft betaald. [gedaagde] heeft aangegeven dat hij pas na het invullen van het inkomsten- en uitgavenformulier ‘de stukken’ (daarmee blijkbaar bedoelende: de dagvaarding) ging lezen en allerlei leugens tegenkwam en daarom toch besloot om verweer te voeren. Hij heeft echter nagelaten duidelijk te maken waarom hij pas na het invullen van die verklaring de dagvaarding ging lezen, terwijl niet is gesteld dat het [gedaagde] niet duidelijk was dat de te treffen betalingsregeling betrekking heeft op wat in de dagvaarding staat.
Omdat [gedaagde] onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat hij de facturen die in het
geding zijn, al heeft betaald, komt de kantonrechter niet toe aan bewijslevering door middel van getuigenverhoor. Het verweer van [gedaagde] wordt verworpen.
3.6
De vordering in hoofdsom van € 379,98 zal dan ook worden toegewezen. De wettelijke
rente is toewijsbaar als gevorderd. De tot 4 juli 2022 verschenen rente bedraagt € 34,12.
3.7
De buitengerechtelijke kosten zijn toewijsbaar tot een bedrag van € 57,-, nu de
gemachtigde van Kieskeurig (slechts) dat bedrag heeft aangezegd bij brief van 9 september
2020 (productie 4 bij dagvaarding) en deze brief verder voldoet aan de eisen van artikel 6:96
lid 6 BW.
3.8
[gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten
van de procedure.

4.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Kieskeurig te betalen het bedrag van € 471,10, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 379,98 vanaf 4 juli 2022 tot de dag van voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, aan de kant van Kieskeurig vastgesteld op een bedrag van € 129,74 aan dagvaardingskosten, € 128,- aan griffierecht en
€ 150,- als bijdrage in het salaris van de gemachtigde (niet met btw belast);
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar voorraad;
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 30 november 2022.