4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
in de periode van 1 januari 2009 tot en met 25 maart 2012, in de gemeente(n) Kapelle en/of Goes en/of Vlissingen, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, meermalen, telkens opzettelijk een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, te weten (onder meer):
- in de periode van 1 januari 2011 tot en met 8 november 2011, een groot aantal hennepstekken, en
- in de periode van 1 juli 2011 tot en met 26 oktober 2011 in Vlissingen (Hennepkwekerij / begane grond [adres] ), ongeveer 209, hennepplanten,
heeft geteeld en/of afgeleverd en/of vervoerd en/of (telkens) opzettelijk aanwezig
heeft gehad.
2.
in de periode van 1 juli 2011 tot en met 26 oktober 2011, in de gemeente Vlissingen,
tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in een pand gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen één of meer hoeveelheden elektrische energie, toebehorende aan Delta Nutsbedrijven N.V., waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft door middel van verbreking.
3.
in de periode van 1 januari 2009 tot en met 25 maart 2012, in de gemeenten Kapelle en/of Goes en/of Vlissingen , tezamen en in vereniging met anderen, heeft deelgenomen aan een organisatie bestaande uit een samenwerkingsverband van een aantal natuurlijke personen), te weten uit hem, verdachte, en [medeverdachte] en [naam 2] en [naam 3] en
I. [naam 4] en [naam 1] en [naam 5] en [naam 6] en [naam 7] en [naam 8] en [naam 9] en [naam 10] en [naam 11] en [naam 12] en [naam 13] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 11, derde, en vijfde lid van de Opiumwet, namelijk
- het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of verkopen, en/of
afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen van (grote)
hoeveelheden hennep, en
- het opzettelijk aanwezig hebben van (grote) hoeveelheden hennep.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.