ECLI:NL:RBZWB:2022:7588
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de huurovereenkomst voor een woonwagenstandplaats wegens plaatsing van een trailer zonder omgevingsvergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Woonwagenbeheer Zuid-West Nederland en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De stichting vorderde ontbinding van de huurovereenkomst voor een woonwagenstandplaats, omdat de huurder op de standplaats een trailer had geplaatst in plaats van een woonwagen, en deze trailer niet voldeed aan de vereisten van de huurovereenkomst en de wet. De huurovereenkomst was op 21 juli 2008 gesloten en de trailer was in 2017 geplaatst zonder de benodigde omgevingsvergunning. De stichting stelde dat de trailer niet als woonwagen kon worden beschouwd, omdat deze niet voldeed aan de eisen van bewoning, zoals het ontbreken van ramen, keuken en badkamer. De huurder voerde verweer en stelde dat de trailer wel als woonwagen kon worden aangemerkt en dat hij niet verantwoordelijk was voor de gebreken aan de voorzieningen op de standplaats.
De rechtbank oordeelde dat de trailer niet voldeed aan de definitie van een woonwagen en dat de huurder tekort was geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst. De stichting had de huurder voldoende gelegenheid gegeven om een woonwagen te plaatsen die aan de eisen voldeed, maar de huurder had hier niet op gereageerd. De rechtbank ontbond de huurovereenkomst en veroordeelde de huurder om de standplaats binnen vier weken te ontruimen. Daarnaast werd de huurder veroordeeld tot betaling van de huurprijs vanaf de ontbinding tot de feitelijke ontruiming en de ontruimingskosten. De vorderingen van de huurder in reconventie werden afgewezen, omdat hij geen belang meer had bij herstel van gebreken na de ontbinding van de huurovereenkomst.