ECLI:NL:RBZWB:2022:7540
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. De Beer
- Rechtspraak.nl
Wijziging van gezag en zorgregeling in een familiezakenprocedure met betrekking tot minderjarigen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 december 2022 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de wijziging van het gezag en de zorgregeling voor twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. F. Kiliç-Arslan, verzocht om beëindiging van het gezamenlijk gezag met de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.F.A. Cadot, en om het eenhoofdig gezag over de kinderen toe te kennen. De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw toegewezen, omdat de man, door zijn psychische problematiek, niet in staat is om de verantwoordelijkheden van het gezag te dragen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders via een hulpverlener niet voldoende is voor het instandhouden van gezamenlijk gezag. De minderjarigen vertonen weerstand tegen contact met de man, wat de rechtbank als ernstig nadeel voor hun ontwikkeling beschouwt.
De rechtbank heeft de man het recht op contact met [minderjarige 1] ontzegd, terwijl hij wel gerechtigd is om [minderjarige 2] kaartjes te sturen. De rechtbank heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de wijziging van het gezag en de zorgregeling onmiddellijk kan ingaan, ondanks een eventueel hoger beroep. De rechtbank heeft benadrukt dat het welzijn van de minderjarigen voorop staat en dat de vrouw de man moet blijven informeren over de ontwikkeling van de kinderen. De uitspraak is gedaan in het belang van de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van de minderjarigen, waarbij de rechtbank de noodzaak van rust en stabiliteit in hun thuissituatie heeft onderstreept.