Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
primairop 11 maart 2022 te Tilburg ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om zijn levensgezel [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, immers heeft hij, verdachte,
- die [slachtoffer 1] met kracht met zijn geschoeide voet tegen haar hoofd geschopt/getrapt
,ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] tegen een (metalen) prullenbak aankwam en
- vervolgens haar hoofd meermalen tegen een (metalen) prullenbak geslagen
op 11 maart 2022 te Tilburg [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 2] dreigend -in de Engelse taal- de woorden toe te voegen "I will kill you".
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan de onder feit 1 primair ten laste gelegde poging tot doodslag;
een gevangenisstraf voor de duur van 70 dagen, waarvan 66 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
voorwaardelijke deelvan de straf
niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
de tijddie verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in
voorarrestheeft doorgebracht
in minderingwordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;