ECLI:NL:RBZWB:2022:7503
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen last onder dwangsom opgelegd door waterschap
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 december 2022, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het dagelijks bestuur van waterschap Scheldestromen beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een last onder dwangsom die haar was opgelegd vanwege het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater. Het dagelijks bestuur had in een primair besluit van 23 juni 2020 aan eiseres een last onder dwangsom opgelegd, waarbij zij de lozing van afvalwater diende te beëindigen en de sloot te ontdoen van slib. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar het dagelijks bestuur verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk in een besluit van 24 november 2020, omdat er geen schriftelijke machtiging was overgelegd waaruit bleek dat de gemachtigde van eiseres bevoegd was om haar te vertegenwoordigen.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de gemachtigde van eiseres niet aan de vereisten voldeed, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres had de gelegenheid om een uittreksel van de Kamer van Koophandel of een volmacht te overleggen, maar heeft dit nagelaten. De rechtbank concludeert dat het dagelijks bestuur op goede gronden het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard, en dat de gevolgen van het niet overleggen van de machtiging voor risico van eiseres komen. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt en een afschrift verzonden aan de betrokken partijen.